United States or Italy ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoodra men buiten Montfermeil den hoek van den weg naar Livry bereikt heeft, ziet men den weg zeer ver voor zich uit, in de hoogte. Hier gekomen, zou hij, naar zijn berekening, den man en het kind kunnen zien. Hij tuurde zoo ver zijn oogen reikten, maar bespeurde niets. Hij deed weder onderzoek. Hiermede verloor hij tijd.

Wat ben ik u schuldig, madam?" Vrouw Thénardier reikte hem de toegevouwen rekening over, zonder een woord te zeggen. De man vouwde het papier open en zag het in; maar blijkbaar dacht hij aan iets anders. "Madame," vroeg hij, "maakt ge goede zaken hier te Montfermeil?" "Zoo, zoo, mijnheer," antwoordde vrouw Thénardier, verbaasd dat hij niet op eene andere wijze uitviel.

Haar strak gelaat vertoonde een haar geheel ongewone uitdrukking van bedeesdheid en schroom. 't Scheen haar moeielijk zulk een rekening aan iemand te geven, die zoo geheel 't voorkomen van "een arme" had. De reiziger scheen verstrooid en in gedachten. Hij antwoordde: "Ja, madame, ik vertrek." "Ge hebt dus te Montfermeil geen zaken te doen?" "Neen, ik reis hier slechts door, anders niet.

't Was een afgrijselijke glimlach. Een bloedachtig speeksel bevlekte de hoeken harer lippen, en in haar mond had zij een donkere opening. De voortanden waren er uitgetrokken. Zij zond de veertig francs naar Montfermeil. 't Was overigens slechts een list van de Thénardier's geweest om geld te krijgen. Cosette was niet ziek. Fantine wierp haar spiegel uit het venster.

Maar de diligences rijden zeer snel! morgen zal hij met Cosette hier zijn! Hoe ver ligt Montfermeil van hier?" De zuster, die volstrekt niets van afstanden wist, antwoordde: O, ik geloof wel, dat hij morgen terug zal kunnen zijn." "Morgen! morgen!" zei Fantine; "morgen zal ik Cosette zien! Hoor, lieve zuster, ik ben in 't geheel niet meer ziek! Ik ben dol van blijdschap.

Deze kousjes, die nog den bevalligen vorm aanduidden van het fraaie been, waren niet veel langer dan de hand van Jean Valjean. Dat alles was zwart. Hij had deze kleedingstukken voor haar te Montfermeil gebracht. Naar gelang hij ze uit het valies nam, legde hij ze op het bed. Hij peinsde.

Het werd insgelijks ontdekt, dat zij ten minste tweemaal 's maands, en altijd aan hetzelfde adres schreef, en de brieven frankeerde. Men slaagde er in, het adres te bekomen: "Mijnheer, den heer Thénardier, herbergier te Montfermeil." Men hoorde in de kroeg den openbaren schrijver uit, een oud man, die zijn maag niet met rooden wijn kon vullen, zonder zijn zak van geheimen te ledigen.

Wij moeten zelfs als trouw geschiedschrijver zeggen, dat onder de merkwaardigheden die op het plein te zien waren, zich een menagerie bevond, waarin leelijke, bonte hansworsten, wier herkomst men niet kon gissen, in 1823 aan de boeren van Montfermeil een dier ontzaggelijke Braziliaansche gieren vertoonden, welke ons koninklijk museum eerst sedert 1845 bezit, en wier oogen een driekleurige kokarde is.

Korten tijd nu, na het aan 't openbaar ministerie geschenen had, dat de ontslagen galeislaaf Jean Valjean, gedurende zijn korte vlucht van weinige dagen, om Montfermeil had gezworven, merkte men in dit dorp op, dat een zekere oude wegwerker, Boulatruelle geheeten, druk het bosch bezocht.

Deze persoon was, zoo men zeide, een rentenier, wiens eigenlijken naam niemand kende, en die alleen met een achtjarig meisje woonde, dat zelf niets wist dan dat zij van Montfermeil kwam. Montfermeil! die naam kwam immer terug en deed Javert het oor spitsen. Een oude bedelaar, een stille verklikker, wien deze man aalmoezen gaf, voegde er nog eenige bijzonderheden bij.