Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Fantine nam de hand der zuster in haar klamme handen; deze voelde dit zweet met inwendige smart. "Hij is van ochtend naar Parijs vertrokken. Hij behoeft trouwens niet over Parijs te gaan. Montfermeil ligt van hier een weinig links. Herinnert ge u, dat hij mij gisteren, toen ik van Cosette sprak, zeide: "spoedig, spoedig." Hij wil mij verrassen.
Nu was het koffertje te klein om een lijk te bevatten, het moest dus geld bevatten. Tengevolge daarvan zijn navorschingen. Boulatruelle had het geheele bosch onderzocht, doorsnuffeld, en overal waar de aarde hem versch omgewoeld scheen, ze opgegraven. Vruchteloos. Hij had niets gevonden. Niemand dacht er meer aan in Montfermeil.
Zijt ge niet, acht jaren geleden, in mijn herberg te Montfermeil geweest, in den kerstnacht van 1823; hebt ge het kind van Fantine niet van mij medegevoerd! de leeuwerik! droegt ge geen bruine jas! hadt ge niet een pakje kleedingstukken in de hand, evenals toen ge vanmorgen bij mij kwaamt! Spreek gij, mijn vrouw!
Zoo doorkruiste Cosette den doolhof van kromme, eenzame straten, waarin, aan den kant van Chelles, het dorp Montfermeil uitloopt. Zoolang er huizen, of zelfs maar muren aan de zijden van haar weg waren, ging zij tamelijk stoutmoedig voort. Nu en dan zag zij het schijnsel van een licht door de reet van een vensterluik; 't was licht en leven, er waren menschen en dat stelde haar gerust.
Men vond er wel hier en daar eenige lusthuizen der vorige eeuw, herkenbaar aan hun grootsch voorkomen, hun ijzeren balkons en hooge vensters, wier kleine glasruiten op de witte gesloten blinden allerlei soort van groene kleur vertoonen. Montfermeil was evenwel een dorp. De rentenierende ex-winkeliers en de minnaars van het landleven hadden het nog niet ontdekt.
Tegenwoordig is het een tamelijk groot dorp, dat het geheele jaar door met witte villa's, en des Zondags met uitgedoste burgers versierd is. In 1823 zag men te Montfermeil noch zoovele witte huizen, noch zooveel vergenoegde burgers: 't was niets dan een dorp in een bosch.
Zij zette den emmer neder, sloeg haar hand in het haar en krabde langzaam 't hoofd, een eigenaardige beweging van kinderen die ontsteld en besluiteloos zijn. 't Was nu Montfermeil niet meer, 't was het open veld. Een donkere, eenzame ruimte lag voor haar. Wanhopend aanschouwde zij deze duisternis, waarin geen mensch was, waarin dieren, waarin misschien spoken waren.
De lieve God is goed; mijnheer Madeleine is goed; verbeeldt u, hij is naar Montfermeil gegaan, om mijn Cosette te halen." Zij legde zich neder, hielp de liefdezuster het hoofdkussen verschikken en kuste het zilveren kruisje, dat zij aan den hals droeg, en 't welk zuster Simplicia haar gegeven had. "Mijn kind," zei de zuster, "tracht nu te slapen en spreek niet meer."
Zij verving voor hen een dienstbode. In deze hoedanigheid nu, ging zij water halen wanneer men 't moest hebben. Maar het kind, dat zeer bang was 's avonds naar de bron te gaan, zorgde dat er steeds water in huis was. Het Kerstfeest van 1823 was te Montfermeil bijzonder schitterend. Het begin van den winter was zacht geweest, het had nog niet gevrozen of gesneeuwd.
Het mager kwijnend gezicht van Cosette was onduidelijk zichtbaar bij het bleeke licht des hemels. "Hoe heet ge?" vroeg de man. "Cosette." 't Was of de man door een electrieken schok getroffen werd. Hij zag haar nogmaals aan, nam zijn handen van Cosettes schouders, greep den emmer en ging weder voort. Na een poos, vroeg hij: "Waar woont ge, kleine?" "Te Montfermeil; zoo ge 't kent."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek