United States or Saint Lucia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik mag tot mijn geluk zeggen, dat ik als twaalfjarig onderwijzer een vriendje bleef van mijn oude schoolmakkers en geen collega werd van de heeren. Met de jongens ging ik trouwer om dan met de verschillende overzichten van Holst, en boven het leeren koos ik het spelen. Dat waren voor mijn toekomst geen ongunstige teekenen.

Haar goede zoon Sander moest hooren, hoe zijne vorige schoolmakkers hem den scheldnaam "Moordenaar! moordenaar!" achterna riepen, en de arme jongen had sedert drie dagen den waggon niet meer durven verlaten. Zijn onderwijzer alleen was goed en vriendelijk voor hem gebleven.

Tegelijk met mij was Gustaaf Gaedecke, een mijner vroegere schoolmakkers, ongeveer zoo oud als ik, van Hamburg naar Apia vertrokken.

En hij proefde, als een fijne vrucht op zijn tong, den weemoed van die herinneringen aan zijn schoolmakkers.... Toch was er ook iets, dat hem drukte, heel licht en onbestemd, maar hij had geen tijd om zich rekenschap te geven van wat dat was, want aldoor moest hij praten of luisteren.

Niemand heeft zulk een jongen gezien, wiens gebrek waarschijnlijk toch wel bij zijn ouders of schoolmakkers bekend zou zijn." "Ja," hernam Beatrice, "het is mislukt omdat de jongen schoenen is gaan dragen, wat hij trouwens op school altijd had moeten doen.

De vrouw weder aan hare oudste dochter; de oudste dochter aan de dienstmaagd; de dienstmaagd aan eenen kweekeling; de kweekeling aan eenen der scholieren; en de scholier aan al zijne kornuiten. Zoodat straks de zoon van dominus Malthus door zijne schoolmakkers niet anders meer toegesproken werd dan als Don Jantje, of wel, als Don Juan del Mulino.

Papa ging cavalièrement met hem om, zooals oude schoolmakkers, al zijn zij elkaar nog zoo ongelijk; maar mij kwam het voor dat hij met laatdunkende verwondering op mij neerzag zooals een adelaar op eene gemeene kraai.

Frontklonk, des te luider klonk het in de borst van den jongeling, en hij zong het uit in den kring van zijn schoolmakkers, en deze tonen klonken over de grenzen van het land.

Iedereen wilde hun de handen drukken, iedereen betuigde hun achting en vriendschap, en degenen, die het meest op hen waren verbitterd geweest, hieven de luidruchtigste gelukwenschen aan. De kreten: "Leve Jan Verhelst! Leve Mie-Wanna!" ontstonden elke minuut opnieuw, en waar hun oudste zoontje voorbijging, riepen zijne schoolmakkers: "Leve Sander! Leve Sander! hoera! hoera!"

Er scheen in Toms oog geen einde te komen aan het spelletje zijner schoolmakkers om lijkschouwing van doode katten te houden, en dusdoende aanhoudend zijne kwelling te verlevendigen. Sid merkte dit, dat bij deze instructies, Tom nooit weer lijkschouwer wilde wezen, ofschoon hij vroeger bij elke nieuwe uitvinding altijd "haantje de voorste" was.