Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
Sid wreef zich tevreden in de handen. "Sid, heb jij het verklapt?" "Dat doet er niet toe. Iemand heeft het gedaan, dat is genoeg." "Sid, er is maar één persoon in de geheele stad, gemeen genoeg om dat te doen, en dat ben jij. Als je in Hucks plaats geweest waart, zou je als een slang den heuvel afgekropen zijn en nooit iets van de dieven verteld hebben.
Tom ging met de uiterste inspanning aan het beven en trillen. Hij hield zijn adem in, blies zich op en bracht eene reeks van uitmuntend nagebootste zuchten voor den dag. Sid snorkte door. Tom was ten einde raad. Ten laatste riep hij uit: "Sid, Sid!" en schudde zijn stiefbroeder uit alle macht. Dit hielp en Tom hervatte zijn steunen.
"Toen begon juffrouw Harper te schreien en zeide, dat het precies hetzelfde met haar Joe was en dat ze wilde dat zij hem geen zweepslagen gegeven had omdat hij room had gesnoept, dien zij zelve uit het raam had gegooid." "Tom! De Geest was op u, gij waart aan het profeteeren, dat waart ge! God in den hemel! Ga voort, Tom!" "Toen zei Sid... Hij zei..."
Reeds was zijn hoofd in de kamer, toen hij tante Polly hoorde zeggen: "Hoe zou de kaars zoo waaien? Ik geloof waarempel, dat de deur openstaat. Wel, al zijn leven! De wonderen staan niet stil. Kom, Sid ga haar sluiten." Tom verdween van pas onder het bed. Hij bleef een oogenblik stil liggen om adem te scheppen en kroop toen zoover naar voren, dat hij bijkans tantes voet raakte.
Zoodra Tom buiten het bereik van zijne tante was, haalde hij twee groote naalden voor den dag, de een met zwart en de andere met wit garen omwonden, die hij aan den binnenkant van zijn buis had gestoken, en zeide: "Ze zou het nooit gemerkt hebben als Sid het niet verklapt had. 't Is een drommelsch werk; nu eens naait ze met zwart en dan weder met wit garen.
G. l. 3. c. 129. Cuicumque est aliquid naturale, oportet etiam esse naturale id sinc quo illud haberi non potest; ... Est autem homini naturale quod sid animal sociale; ... Ea igitur sine quibus societas humana conservari non potest sunt homini naturaliter convenientia. S. c. G. 1. 3. c. 129. Zoo bijv. bet staatsgezag. Cfr. St. Thom. S. c. G. q. 3, 146. Suarez. De legibus, l. 2. c. 14 n° 4.
Die sabbatsschool duurde van negenen tot halfelf en dan begon de kerk. Marie en Sid bleven altijd vrijwillig naar de preek luisteren, Tom alleen, omdat het hem van hooger hand gelast werd. De kerk was een klein, onaanzienlijk gebouw, met eene soort van koepel van sparrenhout en op de hooge, harde banken was voor omstreeks driehonderd personen plaats.
Ook Marie verzekerde, dat het haar eveneens ging, en Sid scheen bevredigd. Tom echter sloop zoo spoedig weg als hij kon, en van dien dag af, klaagde hij over kiespijn en deed des snachts den doek om zijn gezicht.
Gaat nu heen, Sid, Marie en Tom: gij hebt mij reeds lang genoeg in den weg geloopen." De kinderen gingen naar school en de oude juffrouw stapte de straat op, om een bezoek bij juffrouw Harper te brengen, ten einde haar ongeloof door Toms wondervollen droom den doodsteek te geven. Sid was slim genoeg on zich stil te houden, zoolang hij in de kamer was.
"Ik, geloof niet, dat ik iets gezegd heb," sprak Sid. "Jawel Sid," zeide Marie. "Houdt jelui je mond en laat Tom voortgaan. Wat zeide hij, Tom?" "Hij zei geloof ik dat hij hoopte, dat ik het goed zou hebben in de plaats waar ik was heengegaan, maar indien ik beter had opgepast...." "Hoor jelui dat? Het ware zijne eigen woorden." "En u sloot hem den mond." "Waarempel, dat heb ik gedaan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek