United States or Saint Pierre and Miquelon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu was Bobbertje een naam, dien Bob alleen maar door zijne beste vrienden kon hooren uitspreken. Zoodra het een scheldnaam werd, ergerde hij er zich vreeselijk aan. »Bobbertjezei hij driftig. »Zeg dat nog eens, als je durft!» »Dat durf ik wel, Bobbertjezei Tines sarrend. Flap! Daar kreeg hij een klap om zijne ooren, dat het klonk als eene klok. Flap!

Ware ik romanschryver ... dan liet ik den achtenswaardigen hoofddader van 't wanbedryf: Ouwetyd & Kopperlith, bekneld raken tusschen twee olievaten, woedend allebeî over de zoo sarrend te-kyk gedragen persifflage hunner smeerige welgedaanheid ... Maar, helaas, 'n romanschryver ben ik niet! Ik kan van al die menschen niets anders maken dan wat zy inderdaad waren: niemendal!

En bij die afdoende uitspraak greep Mr. Watkins zijn glas en ledigde het in één teug. De jonge ingenieur, geheel ter neergeslagen, scheen niet te kunnen antwoorden. Toen de ander dat zag, ging hij min of meer sarrend voort: "Gij Franschen zijt verwonderlijke kerels. Gij staat voor niets en twijfelt aan niets, op mijn woord.

Ik raad u aan, mij voortaan met rust te laten en eerst eens na te gaan, hoe het met uwe eigen eer gesteld is!" Dit zeggend, verliet hij met een sarrend hoongelach het vertrek, op den voet gevolgd door den vreemden ridder, wiens gelaat, zooals Gareth nog juist gelegenheid had om op te merken, bij Key's laatste woorden met een diep hoogrood overtogen werd.

Zoo ging het hem nog drie of vier malen, evenals in zijn droom; de patrijzen bleven hem telkens vooruit. Hij verloor echter den moed niet; het gezicht der hoenders in 't verschiet, hoe sarrend ook, hield dien gaande.

"Ga je gang maar, als je 't hart hebt." Zij ziet hem sarrend aan. "Mijn deur uit!" "Zeg, 't hoeft geen mooie broek te zijn," antwoordt zij, kalm zitten blijvend. "Er uit, of....!" "Nou! voor van avond zal ik je zin eens doen; schreeuw maar zoo niet, ik ben slaperig!" Ze staat op en gaat langzaam naar de deur.

En bij eb laat de Schelde sarrend nog de overblijfselen van verloren land aan den toeschouwer zien: de Molenplaat in het westen en het Verdronken Land van het Markiezaat van Bergen-op-Zoom in het zuiden slibvlakten, grijszwart glinsterend in het zonlicht, van enkele kreeken doorsneden. Bergen-op-Zoom is een oude nederzetting.

Alleen met den pastoor bleef zij, vlak onder de ramen, in haar levendig gesprek verdiept en 't was alsof een plechtig rituaal gebeurde: de boeren, daarbinnen, stemden met gebukte hoofden; zij stemden schuw en nederig als honden, zooals zij om de tafel van 't kasteel aanzaten of het sermoen van den pastoor in de kerk aanhoorden; en 't oogenblik daarna was alles afgeloopen en kwam 't Barontje glunderend naar buiten, hartstochtelijk schuddend de hand van meneer den pastoor en geestdriftig stijgend in het rijtuig, waar de koetsier al gauw de plaats ontruimd had, terwijl daarbinnen, in 't Gemeentehuis, een stilte van verslagenheid heerschte, alleen gestoord door het sarrend hoongelach van meneer François en het woedend getoorn van Plus-Que-Parfait.

En 't laatste afscheid, terwijl de trein reeds snuivend aanraasde, gebeurde midden in een ergerend geharrewar: Standje, de eene hand aan den teugel, kon nauwelijks met de andere Leontientje omstrengelen, en zijn adieu-kus, waarvoor zij zelve nu, als 't ware in een plotse opwelling van goedig medelijden, haar frissche lippen ter ontfermende ontvangst naar de zijne uitstak, ging scheef, onder een sarrend en belachelijk "hou, hou, Bello, hou hou!" half op haar mond, half op haar zachte wang verloren.

Met vlugge schreden liep ik naar Den Arend toe. Mevrouw Cathoen, dacht ik, mevrouw Cathoen! En als een sarrend refreintje dreunde 't onophoudend in mijn ooren. Wie mocht dat wel zijn? Wie mocht dat wel zijn? Was meneer Cathoen, de oude, hardnekkige vrijgezel, die nooit zou trouwen, dan toch maar hals over kop getrouwd, sinds ik hem de laatste maal z