Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


In een naar, een akelig, een leelijk gezelschap. In 't gezelschap van een sarrend duiveltje, het duiveltje dat jaloezie heet. Een paar dagen nadat wij Van Bavik een bezoek op Vredelust zagen afleggen, vinden wij hem in een zijner gehuurde vertrekken voor zijn schrijftafel weder, terwijl hij er de pen vlug over het papier doet glijden. 't Ziet er in die kamer waarlijk zeer comfortable uit.

Of, als z'n broers hem plaagden met 'n sarrend "professer Wouter"... of, als de zusters op hèm de schuld wierpen van dat "mal gekrabbel op 't behangsel"... of, als z'n moeder hem strafte voor dat opsnoepen van de rystebry die gister overschoot en nog juist zoo goed zou geweest zyn voor morgen... dan was 't altyd Leentje die Wouter's gemoed in evenwicht bracht op dezelfde handige manier als ze den winkelhaak in z'n kleeren onzichtbaar maakte met 'n onnavolgbaar "heen-en-weertje."

De massa's groepeerden zich, botsten, tyraniseerden, lieten zich knechten. De massa had 'n vreemde, groote, kinderlijke, eerlijke ziel en 'n kleine, hardvochtige. Ze was 'n onbereikbaar reuzenlichaam, dat eeuwenlang met 'n verschrompeld verstand tegen zichzelf had gebeukt, lomp als 'n jonge hond, nu wakker scheen te geraken schéén 't duurde zoo sarrend, grùwelijk lang.

Wat denk-je wel van me?" "Niet veel goeds, vriendje!" lachte Coenraad. "Ha, ha, dacht je nu waarlijk, dat je Coenraad te slim waart?" "Maar, beste man," riep Fulco, die zich nog altoos dom hield, "wat denk je dan toch van me? Geloof je soms, dat ik een dief ben?" "Dat weet ik niet," zeide Coenraad sarrend, "maar veel goeds had-je niet in den zin! Wat moest je anders aan mijn bed doen?"

»Frits Millioen, die gehate bijnaam, die een storm van de pijnlijkste herinneringen in mij opwekt, die mij zoo vaak sarrend en spottend in de ooren heeft geklonken, die uw kiesche mond, zelfs in kinderlijke onbedachtzaamheid nooit heeft uitgesproken, moet ik, ik zelf, thans voor uwe oogen neerschrijven, opdat gij met mij volkomenlijk zoudt inzien, wat die te beteekenen heeft, en hoe ik u niet kon laten deelen in den last, in den smaad dien hij oplegt.

In de onzaligste stemming wandelde ik verder. Komaan! Een nieuw meesterstuk toegevoegd aan het lange, lange register van mijne pummelarijen. Hoe onbeholpen had ik mij daar weer aangesteld! Geen woord van ontschuldiging jegens het hupsche kind had mijne tong weten te vinden. Geen wóord, geen groet, geene buiging. Gebloosd slechts had ik, altijd maar weer gebloosd. O bloed, bloed, sarrend bloed! Een oog dat ons ergert, kunnen wij uitrukken en v

Zij verlangden naar den dood, liever dan langer ten prooi te blijven aan den honger en den dorst, die hen schier krankzinnig maakte. "Laat mij nog eenmaal met den vijand onderhandelen!" zei hij. En nogmaals begaf hij zich op den trans en klonk het trompetgeschal. "Welnu, zijn uwe mannen bereid, u naar beneden te werpen?" vroeg de aanvoerder sarrend. "Neen," zei Van Schaffelaar.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek