Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 mei 2025
John Watkins had tranen in de oogen en sprak den diamant aan alsof het een bezield wezen ware geweest. "O! die schoone, die prachtige, die schitterende steen!...." riep hij uit.
Sedert toch de kunstmatige diamant als onherroepelijk verloren moest beschouwd worden, sprak master Watkins, die eerst met het huwelijk van Cyprianus en Alice scheen in te stemmen, er in het geheel niet meer over.
"Drommels, ik erken gaarne, dat ik daaraan niet gedacht heb," antwoordde Cyprianus zeer openhartig, "maar dat zijn de onvermijdelijke gevolgen van den vooruitgang in de nijverheidszaken, en daaromtrent heeft de zuivere wetenschap zich niet te bekreunen!.... Daarenboven, gij persoonlijk hebt u daaromtrent niet te bekommeren, mijnheer Watkins. Weest gij zonder vrees!
De Engelschman was buiten adem en vol woede. Met horten en stooten deelde hij den ingenieur mede, wat er gebeurd was. "Welnu, wij zullen den schuldige zoeken!" zei Cyprianus, John Watkins en Alice uitnoodigende zijne woning binnen te treden. "Ik verzeker u, dat hare rekening gauw opgemaakt zal zijn!" antwoordde John Watkins, terwijl hij zijn geweer als een strijdbijl zwaaide.
Alice, die hem had zien komen, trad met hem de zaal binnen, waarin haar vader en zijne drie makkers met heftigheid zaten te redetwisten over de maatregelen, die genomen moesten worden, om weer in het bezit van den diamant te geraken. "Men moet dien Makatit nazetten, men moet hem achterhalen!" riep John Watkins met hevige woestheid uit.
Gij zoekt hem op en zegt hem: John Stappleton Watkins, gij bezit eene bekoorlijke dochter, die goed opgevoed is en algemeen als de kostbaarste parel van het geheele land erkend wordt, en die, wat volstrekt niet onaangenaam is uwe eenige erfgename is wat betreft den eigendom van de Vandergaarts Kopjes-mijn, van de rijkste mijn niet alleen van dit land, maar van de geheele wereld.
Watkins opvolgend gebouwd, bewoond en verlaten had naar mate zijn vermogen toenam, waarvan die woningen derhalve alshetware den stijgenden trap aangaven. De meest verwijderde was eenvoudig uit plakzoden vervaardigd, en mocht op geen anderen naam dan op dien van hut aanspraak maken. De volgende was uit kleiaarde opgetrokken; de derde uit aarde en planken; de vierde uit kleiaarde en zink.
"En wanneer vertrekt gij?" vroeg John Watkins ongeduldig, daar die overeenkomst zijne kansen, om weer in het bezit van den beroemden diamant te geraken, vervierdubbelde. "Morgen met den postwagen van Potchefstroom," antwoordde Friedel. "Er valt niet aan te denken om vóór dat voertuig aan te komen." "Aangenomen!"
"Welnu, mijn jonge vriend," zei hij op een zekeren toon van opgeruimdheid. "Hoe hebt gij dezen nacht doorgebracht.... dien eersten nacht na uwe grootsche ontdekking?" "Wel, zeer goed, mijnheer Watkins, zeer goed!" antwoordde de jonkman koeltjes. "Wat? Hebt gij kunnen slapen?" "Zoo als gewoonlijk! Waarom niet?" "Al die millioenen, die uit dat fornuis daar te voorschijn getreden zijn," hernam Mr.
Dada had daar, zeer ineengedrongen om zich onzichtbaar te maken, het hoofd onder een stoel verborgen, maar was overigens zoo duidelijk te zien als de zon op vollen middag. "O, schurk! jou rekening is gemaakt!" riep master Watkins, terwijl hij zijn geweer aan den schouder bracht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek