Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juli 2025


Met al de kracht van zijne frissche jeugd wierp Gareth zich op zijn tegenstander en, mocht deze hem al in lichaamsgrootte en kracht overtreffen, zoo behaalde onze held menig voordeel door zijne meerdere vlugheid.

Zijn blik gleed langs het gelaat van Lynette, waarop de hem bekende uitdrukking van minachting zetelde, toen zag hij omhoog naar Lyonors en riep met luider stem, zoodat ook de slotbewoners het hooren konden: "Mijn naam is Gareth, ik ben de zoon van koning Lot, die heerscher is over de Orcadische eilanden.

Gareth kon een glimlach niet onderdrukken, toen hij bedacht, hoe verbaasd zijne broeders zouden zijn, indien zij wisten, wie de eenvoudig gekleede jongeling was, die zich onder de wachtende menigte bevond, maar hij behoefde geen vrees te hebben dat zij hem zouden herkennen, zóó lang was het geleden, sinds zij hem de laatste maal in hun vaderlijk slot gezien hadden.

Ook andere, minder gunstige dingen hoorde hij van hen vertellen. Soms staken de koksjongens de hoofden bijeen en fluisterden den naam eener schoone, aan wie een der ridders een nachtelijk bezoek had gebracht. Wanneer zij dan echter Gareth in hun gesprek wilden betrekken, wilde deze nimmer naar hen luisteren. Hij begon dan een vroolijk lied te zingen of een lustig deuntje te fluiten.

Daar werden de wijde vleugeldeuren geopend en naar buiten trad de schoone slotvrouwe, die met betraande oogen en uitgestrekte handen op Gareth toekwam.

De sage van heer Gareth, den jongsten zoon van koning Lot en koningin Morgawse, die een jaar lang als keukenjongen aan het hof van koning Arthur diende, is ontleend aan de Engelsche letterkunde, waar wij haar aantreffen in het zevende boek van de Morte d' Arthur van Thomas Malory.

Na deze woorden gesproken te hebben, wendde zij zich af en verborg het schaamrood gelaat in hare handen. Vol vreugde over zijne redding dankte de Groene Ridder Gareth voor zijne genade en verzocht hem en zijne gezellin den nacht in zijn kasteel door te brengen. Gaarne namen zij zijne uitnoodiging aan en na een verkwikkenden slaap begaven zij zich den volgenden morgen versterkt en uitgerust op weg.

Met welk een welgevallen wierp Gareth de donkere kleederen van zich af, die hem alle vernederingen van het afgeloopen jaar in herinnering brachten en met welk een schuchteren eerbied kleedde hij zich in zijne wapenrusting, de eerste, die hij ooit gedragen had. Thans was hij gereed en onder de juichkreten van zijne vroegere metgezellen reed hij de slotbrug over.

Hoe eene jonkvrouw naar het paleis te Camelot kwam en hoe Gareth gelegenheid had den koning zijne beide andere gunsten te vragen. Eindelijk liepen de twaalf lange maanden ten einde en Gareth zag den dag naderen, waarop hij de hem toekomende plaats aan het hof zou kunnen innemen.

Alleen Gareth, die met zijne oudere broeders aanmerkelijk in leeftijd verschilde en daardoor langer kind was gebleven dan zij, restte haar nu nog van het vroolijke vijftal, dat de zalen van het oude kasteel had doen daveren van zijn wilde spelen.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek