Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 oktober 2025
... "dan kon dat de menschen nog wel eens tegen elkander verdeelen," voltooide Teunis zijn zin. "Dat is dan ook op vele plaatsen het geval," antwoordde Klaas. "Kijk, buurman, ik en Griet danken er den Heere voor dat wij ook verwaardigd worden om iets voor zijn naam te mogen lijden; maar niet minder zijn we dankbaar dat onze oude vrienden ons daarom niet verstooten of verlaten."
Hans krijgt zijn Griet, De man die krijgt zijn merrie weer, en twist en twijfel vliedt. Het woud bij Athene. Demetrius, Lysander, Helena en Hermia in slaap. Titania en Spoel komen op, gevolgd door Erwtebloesem, Spinrag, Mot, Mosterdzaad en andere Elfen. Oberon ongezien op den achtergrond.
"Mijn broer, die naar Amerika is gegaan, heet ook zoo, dat doet-ie, en daarom, zie je.... hap!" Het laatste stuk brood verdween in 's mans mond en maakte een einde aan zijne schitterende redevoering. Toen hij weer spreken kon, draaide hij zich om, boog zich nog eenmaal over het wiegje, ging bedaard voor het bed van zijn vrouw staan en zeide: "Wat zullen we er aan doen, Griet?
"Vrouw, waar is m'n hoed, waar is-ie?" vroeg Trom. "Je hebt hem zelf ergens neergelegd, Jan." "Ja, op dezen stoel, en nu zie ik hem niet meer, Griet, dat doe ik." "O, o, kijk zoo 'n ondeugd nu toch eens! Kijk eens Jan, hij zit er zoo waar boven op!" Oogenblikkelijk bevrijdde Moeder den hoed uit zijn gedrukten toestand, maar helaas, hij was in elkaar gevouwen als eene harmonica.
En Griet, die anders zoo'n leven kan maken in de keuken, doet nu alles even zacht." "En-enne-paatje, luister eens. Hoe groot is zus?" vroeg Bob opgewonden. "Niet grooter dan Leni's pop." "Wijs eens, hoe groot haar handjes zijn." "Zoowat zoo groot als jou wijsvinger. Twee aardige, roode knuistjes heeft ze." "Nu hebt u nog in 't geheel niet gezegd, hoe ze heet, oom," zei Leni.
't Was dan ook, eer een jaar verloopen was, een pracht van een winkel geworden, en Trom was daar erg trotsch op. Jammer voor den braven man, dat hij den laatsten tijd zoo doof werd. Kort na Dik's bruiloft was het begonnen, en 't nam met den dag toe, zoodat hij eindelijk bijna niet meer te beschreeuwen was. 't Was voor Griet een verbazende last, want zij hield erg veel van een praatje.
"Meister is 'en gek en gij bint zoo wies as de rest," hernam Gerrit: "Loaten ze oe niks verdinksen." "En de kranten," hernam Griet, "of 't doar niet in steet; 't is 'en ding! 'en mins is toch 'en mins!" "Nou, m'n goeje ouwe Griet," zei Gerrit, "loawwe ons nou niet veralteresieren; 't is bepoald en we kunnen nou niet meer 't huus blieven.
Zoo wordt iemand die volgens recht Seerp Tjallings heeten moest, naar z'n vader Tjalling, in 't dageliksch leven door z'n dorpsgenooten Seerp Grietjes genoemd, omdat-i onder den plak zucht van Griet, z'n boos wijf.
Vader en moeder Trom keken met gepasten ernst naar al de vlaggen, die ter eere van hun zoon waren uitgestoken, en vonden zich verbazend gewichtig. Moeder Griet zag er ook zeer feestelijk uit.
Nu was het ijs gebroken. "Daar zou dan ook heel wat moeten gebeuren eer wij Klaas en Griet met den nek zouden aankijken," zei Teunis. "Toen daar zoo vergangenen Zondag vóór acht dagen twee lansiers bij onze oude buren in huis gezet werden, zei ik toch: "Gijs, zei ik, ze mogen wezen wat ze willen, maar dat hebben ze aan niemand verdiend.""
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek