Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 oktober 2025
"Griet," zei Jan Trom, "zie je, ik wil maar zeggen en dat wil ik, dat we nog wel twee kwartjes ook kunnen missen, dat doen we." "Ja Jan, dat is goed. Hier Dik, niet verliezen, hoor." "Neen, Moeder." Dik ging met zijn vrachtje weer op weg naar de heks, en toen hij goed en wel buiten was, zeide Jan Trom: "Griet, die Dik is toch een bijzonder kind, dat is-ie." Dik liep zoo hard hij kon.
Eindelijk begrepen Moeder Griet en Dik beiden, dat het zoo niet langer ging, dat er verandering moest komen. En die verandering kwam. Het huisje naast den winkel kwam te huur. 't Was een allerliefst huisje, wel klein, maar keurig net. 't Was een huisje voor een paar oude menschen, die rustig hun ouden dag wilden doorbrengen.
Klaas Beukman, flinke, gezonde landbouwer van ruim vijftig jaar, stond voor den stal bij zijn boerenwoning te Loosdrecht, en spande zijn bruine merrie voor de huifkar, die zeker nog ouder was dan de eigenaar zelf. Moeder Griet, de boerin, was onderwijl bezig met in de kar een paar beddenkussens recht te leggen op de plank, die voor zitplaats diende.
Het was voor Griet Trom een lastig geval, dat Dik en de juffrouw elkander zoo slecht bevielen, want als ze hem niet zelf naar school bracht, kon ze er zeker van zijn, dat Dik er niet heen ging.
En Alfred van zijne blauw- en bontheid in het gelaat en van zijn gele oogen is niets meer te zien, en juist heden heeft Doortje gehoord dat de jonker met 'en mooie freule uut stad geet trouwen, 'en heele mooie, die geld genog voor twintig riepeerden het. Stil het begint aandoenlijk: 't Is negen uur in den avond. Gerrit zit met z'n Griet en z'n zeun Gijs bij 't vuur, en zeggen met hun drieën niets.
Griet zat veur de deur eerdappels te schillen. "G'n oavend soam!" zegt Santje, en voegt er bij: "Woont Dorus Meyer niet gunds in dat huuske?" "Woarum?" vraagt Griet. "Och heur is," herneemt Santje: "ze zeiën dat ie niet warken kos vanwêgens dat Kees 'm..." "Schei moar uut!" roept Griet: "as Dorus bêter is dan zal ie Kees den hals wel brêken."
"Is hij niet gevaccineerd? Maar Trom, dan kan hij niet op school komen. Dan mag ik hem niet aannemen." "Zoo meester, dat is een gekke boel, dat is het. Het zal Griet ook erg spijten, dat zal het." "Ja, het spijt mij ook. Of heeft hij soms de pokken gehad?" "Ja, meester, dat wel, koepokken, en groote ook. Hij had er op elken arm drie, dat had-ie."
Dorus was 'en roare en duk 'en kwoaje. Kees stond te kijken; voor Santje antwoorden.... dát kon hij niet, maar hij bromde zijn eigenaardig hol geluid tusschen de tanden. "Toe hörlepiep," sprak Doris weder toen hij met Griet bij den iep op 't heuveltje stond: "kas nou moar vort; da's geen plekske veur ou.
In het eerste geval betrof het het tooneelstuk "Zwarte Griet", waarvan zonder toestemming van den rechthebbende op het opvoeringsrecht eene bewerking werd vertoond, die volgens de verklaring van den schrijver van het oorspronkelijke stuk met dit laatste "wat betreft handeling, verdeeling, kleeding en typeering der personen, alsook het daarin voorkomende decoratief en verder tooneeltoestel veel overeenkomst had."
FROISSART wil, dat deze alsdan gebruik maakten van hun groot kanon: de dulle Griet. Zeker is het, dat dit moordtuig in 1476 bestond. Dit jaar betaalde men eene «zekere leveringhe van hout,» en eenen grooten olm, «daer eene busse, gheheeten de groote Griete» en andere «engienen» in gelegd werden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek