Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
Des mans gemoedsstemming desondanks te ontdekken en te ontginnen is echter een der geheimen van voordeeligen handel. Gezwind zocht ik dan ook een punt, vanwaar ik den "misblijïgen" biggenboer met mijn wakend oog, en mijn wachtenden kameraad Kreel met mijn dringend armgezwaai kon bereiken. Natuurlijk was de tronie, waarmee Kreel kwam aanslenteren, die van een nagenoeg simpele.
Ik ben dus 'n framasson, 'n zatlap en 'n stoeffer! Wat wilt gij, Mijnheer Snepvangers, ik begrijpt u niet, verweerde de slungel angstig. Wij zijn nu onder vier oogen, niemand ziet ons, span nu maar een proces in zonder getuigen, deugniet, sjamfoeter, vuile jezuiet! Snepvangers moest telkens opwippen om met zijn vuist te kunnen bonken op de tronie van den lange.
Kees is ook niet mooi; zijn neus is wat dik en wat stomp, maar zijn oogen staan goedig, erg goedig, vooral als ie Santje zijn liefde verklaart. Santje is toch al heel klein veur 'en buutenkiend van zestien joar en a'j ze goed beziet dan is ze toch ien's geheel niet mooi, moar eigenlik misderoabel schrumpelig van pestuur, en lillek van tronie.
Dat gaan wij dadelijk zien: men zegt, dat dooven vleierij noch beleediging hooren. Laat zien of de trommel van uw ooren van vel of van ijzer is: Meent gij, lanteerne zonder keers, mislukte voetganger, dat gij een mensch gelijkt? Ge kunt wachten totdat wij van vodden gemaakt zijn. Zag men ooit zulke gele tronie, zulk een kletshoofd, elders dan op een galgeveld?
Ik hoop maar dat ze gauw weer te been is. Ja. Ze zwegen. Du Bessy zuchtte. Pacôme hernam: Ge ziet er ook niet heel plezierig uit, ouwe jongen! De ouwe jongen boog het hoofd. Het was duidelijk dat hem iets op het hart lag. Du Bessy, riep Florjan, ge zit met muizenissen! Ik? Vooruit! In het licht daarmee! Ge kunt mij immers niets verbergen, en uw tronie, ge weet het, is het uithangbord van uwe ziel.
"Nog effe sting 'k ... Toe' neem 'k 'n sprong, val over 'm heen en met me pennemes he'k 'm ze twee lampies uit z'n tronie gegrist, z'n twee ooge, zoo: rits! rits! "Nou, en nou zal jij wel nooit meer an 'n vrouw kenne zien of ze mooi is of leelijk!" "Racier toch ...?!"
's Anderen daags stroomde het bloed opnieuw in het klooster; de soldaten kwamen geen brood brengen, maar alleenlijk naar de gevangenen kijken en zeggen: De vijfhonderd Walen, Engelschen en Schotten, die gisteren onthalsd werden, hadden een betere tronie. Dezen hebben honger, gewis; doch wie dan zou sterven van honger, ten ware de Geus?
De broeders van de Goede Tronie zongen, en zij zongen insgelijks. En de vrouwen glimlachten teeder, met stil genoegen, als zij hen zoo vol vroolijkheid zagen. Toen die heerlijke uren voorbij waren, sprak de baas: Gij hebt goed gegeten en gedronken, geef mij nu zeven gulden. Elk hunner zwoer dat hij de beurze niet had en beschuldigde zijn buurman.
Plotseling zag hij de broeders van de Goede Tronie, in groote staatsie, met vaandel, fluit, bazuin en tamboerijn, in het binnenhof komen; zij droegen waardiglijk den naam van hunne broederschap. Daar zij hem nieuwsgieriglijk bekeken, zeiden de vrouwen dat het een pelgrim was, dien ze op den weg ontmoet en meegebracht hadden naar 't festijn, omdat zijne tronie haar aanstond.
"Ga in vrede," zeide Magdalena: "niemand zal uw ijzegrimmen gezicht hier missen." "Neen!" hernam Bouke: "dat zullen ze net niet, vooral als uw effen tronie hun overblijft." "Waaraftig!" zeide Feurich: "Herr Bouke spriecht wohl! dem Jonker Joan ist ein hupscher bursche: das heb ik gesehen, nun sechs oder sieben jaren geleden, toen er dem kutsche deed stille stän."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek