United States or Norfolk Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


De moralisten der kerk herinneren daarentegen aan Cicero's waarschuwingen tegen die soort van mildheid, die neemt wat men geeft en geselt de ridders die uit ijdelheid alles wat zij bezitten weggeven, en gochelaars en jongleurs met mantels en sieraden overstelpen, terwijl de armen buiten het kasteel van kou sterven en de portier ze als vee wegjaagt met een »scheer je weg, slungel, mijn Heer wil naar de zangers luisteren!"

Dat die mededinger zeer veel vorderingen in de gunst van John Watkins maakte, zal door den lezer niet betwijfeld worden, wanneer wij er bijvoegen, dat de slungel nog meer gin dronk en nog meer Hamburger tabak rookte dan de modelvader zelf.

Soms wilde ik haar trotseeren maar dan juist scheen er een springvloed te loopen door mijne aderen; en was eenmaal de roode golf gerezen, dan stond ik onder de menschen als een slungel, met den mond vol tanden, met al mijne ledematen verkeerd, haast met tranen van spijt en schaamte in mijne oogen, wenschende dat ik in den grond verzinken mocht: ik, een Delftsch student, eene lange, knokige kerel, met de beginselen van eenen knevel al onder den neus, daar blozend en stotterend als een schoolmeisje dat betrapt werd op het kapen van een pruimentaartje!

Hun oeconomisch stelsel werkte in al zijn kracht, de organisatie van het werk kwam echter slechts met groote moeite tot stand. Zij hadden een knecht gehuurd. Het was een lange slungel van vier-en-dertig jaar en Zwitsersche afkomst en niet al te groote intelligentie.

"Er is geen ruzie ter wereld, moeder Jaspersz!" zeide een der boeren: "daar is Melisbuur, die u ongetrouw wordt en eens effentjes een vriendelijk bezoek wil gaan afleggen bij de deerne, die hier t' avond gekomen is." "En denkt gij, leelijke slungel," vroeg de waardin, met de handen in de zijden naar Melis toestappende, "dat ik dat van u velen zou?

Wie waren zij? Hoe ketenden zij mij zoo machteloos aan mijnen stoel met haren onheilspellenden oogenstrijd? Ik wil bekennen, dat het opdagen van een gewoon menschelijk individu, zelfs van eenen kellner, mij aangenaam ware geweest.... Maar de slungel volhardde in zijne afwezigheid. En opstaan en heengaan, ik =kon= het niet.

De gewogen Snepvangers, verstrikt in het geharrewar van de politiek, kwam in de stille haast tot bedaren. Uit de eenzame Keizerstraat klonken stappen en een lange slungel scheerde hem voorbij. De man groette. Halt! vriendje, riep Snepvangers en greep den man stevig vast aan zijn ondervest, gij hebt mij dus dat affront gebakken, gij leelijke, lange slingeraap!

"Goed," klonk het, "laat den slungel maar achter komen!" "Zie je," dacht Frans, "dat die vent wel verdient Beer genoemd te worden. Hij kent me niet eens, en noemt me toch slungel. Als hijzelf maar geen slungel is!" Schoorvoetend ging Frans naar achter en klopte met zekeren angst aan de deur. "Binnen!" riep een barre stem.

En ik stond daar bij en terwijl ook mijn hart vol was en ik het zoo voelde, dat eene moeder toch wel iets meer is dan eene eenigszins bejaarde vrouw, die thee schenkt en boterhammen maakt, en een mandje met sleutels heeft, en ik ook wel iets had willen zeggen om mijn gevoel te luchten, stond ik als een slungel aan mijn neus te krabbelen en mij te verwonderen over de onbevalligheid en onhandigheid van een jongen en over de snelle gevatheid, waarmede een meisje in zulke toestanden de juiste snaren weet te treffen.

Hij kende ze nog wel; dat was de ondermeester, die altijd zooveel te vertellen wist; dat was Rudolf, die naar zee was gegaan, een lange slungel, de jongens noemden hem Stoop; bij het weezenvolkje stond hij hoog in aanzien, en hij had de beroemdheid van mooi te kunnen teekenen; nooit was hij weêr teruggekomen, want op een goeien dag was hij overboord gewaaid, werd verteld; en dat was Leentje met haar lang korenblond haar, ze was aan de tering gestorven; en dat kleine werkmannetje met zijn bult en zijn breeden lachmond; en dat was een oud gerimpeld vrouwengezicht, dat hij altijd zag in de herinnering van dien tweeden tijd, en hij kon het niet anders zien dan in de warme schaduw van een zonnigen werkeloozen Zondag.