United States or Portugal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als hij wat tijd heeft, 's nachts bijvoorbeeld... Ik heb enkel Saksische vogels, maar mijn broer, de kleermaker uit de Keizerstraat, nevens het Kapelleken, die heeft al de soorten van de wereld... Laatst kwamen ze hem roepen terwijl hij het orgel trapte in St.-Jacobskerk, want er was een Engelschman speciaal overgekomen om zijn vogels te zien... Twee vogels heeft hij toen verkocht, die puur kerkmuziek zongen... zij hadden lang tegen den kerkmuur gehangen en zij volgen zoo gemakkelijk na... Maar nu trof het goed... ik gaf voor zoo'n vogel niks... Ik laat u het manneken over omdat de klakkenmaker u gezonden heeft... want eigenlijk kweek ik voor de kunst!

De gewogen Snepvangers, verstrikt in het geharrewar van de politiek, kwam in de stille haast tot bedaren. Uit de eenzame Keizerstraat klonken stappen en een lange slungel scheerde hem voorbij. De man groette. Halt! vriendje, riep Snepvangers en greep den man stevig vast aan zijn ondervest, gij hebt mij dus dat affront gebakken, gij leelijke, lange slingeraap!

Daarachter begon de Keizerstraat, de mooiste weg uit China, die uren aaneen met zware, marmeren platen is geplaveid, langs statige tempels voert en merkwaardig zindelijk wordt gehouden.

Hemel en aarde! zij heeft hem teruggegroet. Een paar huizen verder staat hij stil, en tuurt haar lieve houding na, en bewondert met een verliefd oog haar vluggen gang. Zij steekt de Houtbrug over; hij staart haar na totdat zij in de Keizerstraat verdwijnt.

Nu stuift hij weder voort en naar het Museum terug, de trappen op; daar ligt Ruy Blas nog; werktuigelijk neemt hij zijn vorige houding aan en het boek op. Dat was verbijstering. Hij had haar moeten nagaan, moeten weten waar zij bleef. Hij keert op zijne schreden terug, de Houtbrug over, de Keizerstraat door. Hij ziet haar niet meer; haar spoor is uitgewischt.

Daar heb ik voor gezorgd... 'k Ga de kinderen halen... We komen rap terug... 't Zal wel zoo erg niet doen. 'k Ben zoo bang, kreunde Miranda, de gardecivikken moeten niet meevechten. Ge moet niet bang zijn, troostte Snepvangers vriendelijk, terwijl hij de Keizerstraat introk en Spitsken hoorde blaffen. Onderweg ontmoette hij burgerwachten zonder wapens, midden in de straat lag een soldatenmuts.