United States or Cook Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Waarom schrei je? Heb je ruzie met Linares gehad?" Maria hield haar ooren dicht. "Niets over hem...nu!" riep het jongemeisje. Padre Dámaso keek haar vol verbazing aan. "Wil je me je geheimen niet toevertrouwen? Heb ik niet altijd getracht je kleine grillen te bevredigen?" Het jongemeisje hief haar betraande oogen naar hem op, keek hem een wijle aan, en begon dan weer bitter te schreien.

Hij proefde 't stomme genot van dat langzame gaan op Zondag, dat gaan met een trachten naar deftigheid in de lamme plooien van 't suffisante Zondagsche goed, naar de kerk, en dan weer naar huis, en dan de jas uit en 't lijzige zitten in overhemden aan de opgeruimde tafels achter de dichte ramen, en dan 's middags de bitter en de ruzie, de zoetigheid en de verveling.

Aan den eenen kant van het kasboek de beleediging; aan den anderen de boete; en volgens vast tarief een tarief zonder veel vijven en zessen, waarop niets wordt afgedongen en waarbij ook niets wordt overvraagd. Wie ruzie heeft gemaakt en weer vrede wil hebben, komt aandragen met zijn boete. Nu, dan krijgt hij ook vrede. Alles is in orde.

De jongens gooiden hem met de pitten terug, de Czaar werd boos, grooteren bemoeiden zich met de ruzie, en eindelijk zag hij zich genoodzaakt, zich in eene herberg aan den oploop te onttrekken.

Dikwijls onder zijn werk en 's avonds dacht hij aan dien vroegeren tijd, en veel momenten van hun samenzijn kwamen met de omgeving en allerlei kleinigheden wonderlijk duidelijk terug in zijn geest. Hij herinnerde zich precies den klank van Edwards stem bij een ruzie die ze gehad hadden en hoe hij gekeken en gelachen had andere keeren.

Toen zij weer door de poort ging, stond de waard te twisten met den ouden Franciscaner, fra Felice. En hij was zoo opgewonden, dat hij niet slechts twistte met fra Felice, maar hem ook uit zijn huis joeg. "Fra Felice," riep hij, "gij komt hier om ruzie te maken met de groote weldoenster. Gij wilt haar nog meer opwinden. "Ga weg, zeg ik u. Gij wolf, gij menscheneter, ga weg!"

Cordúla voorspelde nijdig erge ruzie met de dienstboden, onderlinge ontstemming, oneenigheid en geldelijken ondergang; maar 't leek wel of het hun in 't geheel niet schelen kon; zij zagen het volstrekt zoo zwaar niet in; en Standje, roekeloos wordend in zijn opgewondenheid, durfde er zelfs nog aan toevoegen: Tuttuttut, zuster, iene kier rijk 'n es nie altijd oarm.

Als die nou maar gauw kwam. Zoo'n spéélsche jongen. Trui kon d'r elk oogenblik zijn. Dan had je de poppen an 't dansen, dan was d'r weer ruzie en knorren. Waar bleef die nou? Ze had 't nog zóó gezegd. Daar ging de bel. Was 't Trui of een van de kinderen? Nou dee de meid open. Hij was 't. Sjors alleen bonsde zoo de trappen op zonder z'n voeten te vegen. Goddank. "Ben jij 't Sjors?" "Ja gromoe."

Charles herneemt plotseling, hardop de overdenkingen voortzettende, welke zijn broeders in stilte maken: "Luister, wij zullen alles verkoopen, dat is veel beter.. Als wij nu al ruzie hebben, zullen wij elkaar morgen verscheuren". Een benauwde snik deed hen plotseling het hoofd omkeeren. Hun moeder had zich opgericht, doodsbleek met akelig starende oogen, het lichaam schokkend van zenuwen.

Wij zijn altijd vroolijk en blij en haat en afgunst kennen wij niet; wij hebben nooit ruzie met elkaar en zijn onderling inniger verbonden dan kloosterlingen. Zooals ge dus ziet, zult ge hier een heerlijk leventje krijgen, want gij zult wel geen gewetensbezwaren hebben bij dieven te zijn. Ziet men eigenlijk wel iets anders dan dieven in de maatschappij?