Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Het was dat zitten kijken, in glazige turing, met strakke of slappe of verlegen-vertrokken gezichten naar elkaars lijf en armen en beenen, en naar elkaars voeten vooral, die in een lijzige rij stonden op of lagen langs de leegte van den grond.

Neef Herman kwam dan aan de beurt, met een komischen, berijmden heilwensch lange lijzige regels, het duurde wel een goed kwartier. Ze waren allen blij toen het uit was; moe van 't zitten maakte elk bewegingen van willen opstaan.... Louis bedankte kort, correct....

Hij proefde 't stomme genot van dat langzame gaan op Zondag, dat gaan met een trachten naar deftigheid in de lamme plooien van 't suffisante Zondagsche goed, naar de kerk, en dan weer naar huis, en dan de jas uit en 't lijzige zitten in overhemden aan de opgeruimde tafels achter de dichte ramen, en dan 's middags de bitter en de ruzie, de zoetigheid en de verveling.

En hij was verbaasd over den onuitputtelijken voorraad van de anderen, over dien dwazen stoet van lijzige, dom-banale wijsheden, die leek op een optocht van burger-vereenigingen met sjerpen en vaandels en gehuurde rokken. Eindelijk werd een spreekwoord gekozen: In het land der blinden is één-oog koning.

Dat klonk niet vroolijk, dat was een logge, dikke deun door dronken-menschen-kelen bezield geraakt, en opgezwollen van pret in de ruimte uitgeschreeuwd; dat was een lijzige plezierdeun, een uitbundig feestlied met een klacht tot ondergrond, een feestwijs gezongen met een naar neusgeluid of uitgeklaagd door een houten hobo, een lachen met zoute tranen achter in de keel.

Euphrasie, hoorden de twee vrienden hem met lijzige fluisterstem beginnen..., en hij probeerde met Veel-Hoar het welbekende, heimelijk praatje aan te knoopen, dat zij ditmaal echter dadelijk, kortaf, op boozen toon bijna, afhakte: Joa moar, Sies, vandoag 'n 'k gienen tijd, zille; ge moet nen andere kier komen.

Daar begon een man te zingen, dat was de deun, de lijzige deun, en als aangestoken begon ieder mede te zingen: de mannen in de gekleede jassen, de vrouwen en meisjes als dames gekleed. «We gaan niet dood, we gaan niet dood!" zong het om hem, fatsoenlijk-lollig en heesch-krijschend en opgeblèrd en uitgebruld ging het van hem weg. «We gaan niet dood, we gaan niet dood!"... gerekt en onafgebroken herhaalde zich de deun over de hoofden heen, onder de festoenen van lichten door.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek