Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
In 't midden trok een lange aardworm zich bliksemsnel in zijn gang terug. Pluizer ging dwars door de tierende en scheldende bende op het hol van den aardworm toe. 'Heidaar! lange, bloote slungel! kom eens voor den dag met je rooden puntneus! riep Pluizer. 'Wat moet je? vroeg de worm uit de diepte. 'Jij moet er uit, omdat ik er in wil, hoor je, kale zandeter!
Jammerend probeerde deze zich los te rukken, maar de kandidaat hield wraakgierig vast, wipte maar en bokste op neus en oogen tot hij hijgend niet meer kon. De slungel griende. Zoo tem ik de gazettenmannekens, triomfeerde Snepvangers, zeg na maar gerust aan de andere sloebers wat zij van mij verwachten kunnen, en zeg dat ik mijn botten vaag aan die smeerlappekens!
"Dat duut 't!" zei Jan Peter die knecht was, en 'en pik koolslaai zat te bekijken vóór hij dien innam: "Schouw geet 't 'r heer, dat versmeer ik oe." De spreker zweeg, de mond was gestopt. "Voader is 'r bij," zei Gijs geruststellend: "Nou Mijn, Atjuus, 'k mot vort!" 't Scheen wel of Mijn, die er voor een boerin lang niet slecht uitzag, van den slungel hield.
En, bij mijnen baard, dat ben ik ja, 't is zeldzaam wanneer men reeds aan zijne koperen bruiloft denkt dat ben ik thans nóg!.... Nu echter niet meer als de smachtende slungel op de ongenaakbare nimf zijner droomen maar als de op zijne beurt trotsche man op de milde, in wedermin bloeiende gade. Nu niet meer in de magerheid van mijn verlangen maar in de volheid van mijn bezit.
«Barbiaan," zei de jonge moeder. Mooi. «Se parece. Que féa," zei de slungel. Het lijkt, wat een leelijkert. «Bueno, féa, féa," zei de deerne die voorbeeld geweest was; ze bleef met de lippen klappen. De schilder had het drietal even aangezien, nam toen uit het duimgat van zijn palet een dikke kwast en veegde met haastige hand de studie door elkander. «Och, heertje," riep de mottige meid.
Waar of zoo'n slungel van 'n Bengelees al niet goed voor kan zijn, lacht naast mij, even aan mijn arm stootend, een van de passagiers, die me al vroeger in vertrouwen heeft verteld dat "die twee allebei de hondenziekte hebben". Een nieuwe, zeker door hem uitgevonden term, voor verliefd te zijn. Van boord klinkt voortdurend een helsch lawaai, het lossen is in vollen gang.
"Niet alzoo, Bouke!" zeide Joan: "wilt gij volstrekt zien, hoe het er mede staat, verberg u dan hier of daar; doch draag zorg, dat men u niet zie. Ik wil geen vermoeden bij mijn vijand doen ontstaan, dat ik een helper met mij genomen heb." "Daar staat die lange slungel al aan 't einde van de laan," zeide Bouke zachtjes: "ga hem maar te gemoet: ik verschuil mij hier."
Die herkenden zij allen wel terstond en duidelijk, ofschoon zij nog op ruimen afstand waren: meneer den baron liep op waggelende o-beenen, zoo dat men 't landschap er doorheen zag en meneer Gaëtan was een lange, magere slungel, met afzakkende schouders en een hoofd dat als te zwaar voorover hing op zijn gebogen, dunnen hals.
Bumble, de kamer binnenstuivend. »Zeg dat nog eens!« Charlotte stootte een kreet uit en verborg haar gezicht in haar schort. Claypole, die niet verder van houding veranderde dan door zijn beenen op den grond te zetten, keek den bode in dronkenmansschrik aan. »Zeg dat nog eens, gemeene, brutale slungel!« zei Mr. Bumble. »Hoe durf je zoo iets te noemen?
Ik ben dus 'n framasson, 'n zatlap en 'n stoeffer! Wat wilt gij, Mijnheer Snepvangers, ik begrijpt u niet, verweerde de slungel angstig. Wij zijn nu onder vier oogen, niemand ziet ons, span nu maar een proces in zonder getuigen, deugniet, sjamfoeter, vuile jezuiet! Snepvangers moest telkens opwippen om met zijn vuist te kunnen bonken op de tronie van den lange.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek