United States or Mozambique ? Vote for the TOP Country of the Week !


't 'n Es verdome giene eens weird! Doar! Doar! Sloebers! dieven!... En plotseling werd het stuk rinkelend over de keien in de straat gekeild. Deeske, die vóor Theofielke zat, zag het even in de duisternis zilverflitsen en als een steen kwam het, met een korten plof, tegen zijn broekspijp aangeslagen.

Zij noemden hem kortweg: "den Binder". Hij woonde in een zijstraatje, en was getrouwd met een mager, houterig, gebogen vrouwtje, die een klein winkeltje hield en heel veel op hem knorde en over hem met hare klanten babbelde. Sieska heette zij. Sieska, keunt-e gij euk, gelijk "den Binder", teuveren?" kwamen de jonge kerels haar soms plagen. En dan stoof het er op los,: Gie sloebers!

Kruipt in d'hoage! fluisterde Deeske, met geweld Theofielke neerduwend en zelf in 't donkere der heg zich weghurkend. Deuren werden opengerukt, belletjes klingelden, verwarde stemmen galmden, vlugge passen kwamen in het donker aangerend. O! die sloebers! die smeirlappen! die dieven! Z'hèn mij 'n slecht stik van vijffran gegeên! hoorden zij Veel-Hoar woedend gillen. 'K zal noar de policie goan!

Dergelijke schurken hoefden niet gespaard te worden. Ook de kroegbaas, zijn vrouw en Fietje, die zich in het gesprek mengden, waren 't daar heelemaal mee eens. Alleen 't Barontje, als wettelijk hoofd der gemeente, voelde eenige aarzeling. We moèn toch zien da w' in 't kot nie'n geroaken, meende hij. Steekt de sloebers zelf in 't kot viel de herbergier plomp-lachend in.

Sloebers!... Ha, nu versta ik het ... ze hebben me willen kwijt spelen... zijn moedwillig terug naar huis gegaan... Maar ik heb toch zooveel van Zwitserland gezien als gij... ik beklaag mijn centen niet, want gij zijt ook gefopt... En mee naar huis ga ik ook! In den avond kwam Snepvangers en zijn vrouw doodmoe thuis in de Hobokenstraat.

Daar kan ik me best mee vereenigen en als je dan weet dat die sergeant geen slaapmuts is en op z'n tijd die bruine sloebers afgerazend op 'r falie heeft weten te spelen, dan zeg je: laat 'm z'n liefhebberij! 'n Mensch kan d'r altijd wat van leeren, 'n goed woord kun je altijd gebruiken. Ja, de sergeant is 'n aardige kerel.

Een boerderij stond daar vlak in de buurt en menschen kwamen ter hulp gesneld. Ook het duivelstuig, dat de paarden had doen schrikken, naderde, in orkanisch lawaai, maar nog vóór het bij hen kwam, was 't Barontje, druipend als een slijkhond uit de sloot gesprongen en brulde razend, met heesche keel,: " Sloebers! Smeirlappen! Cochons! Cannailles!

We 'n hèn gien ander! bekende Theofielke. De vrouw stond even als verslagen. O! gie sloebers! O, gie bedriegers! begon zij eensklaps, wit van woede, te krijschen. Ala! hier buiten! En van den achternoene zend ik mijne man noar de sandurms! O! dat hij nou moar thuis 'n woare! Gie sloebers! Gie leulijke sloebers, die ge zijt!

Ge zij sloebers, valschoards alle twieë! Ulder hof es verdomd, verdomd! Hij es nen brigand, ne meurdenoare! Hij mij compleet vermeurd en hij zal ou euk vermeurden, en 't zal wel besteed zijn! 'K zoe nog liever veur mijn kind goan scheuien as hier nog ne menuut langer op ulder slecht hof te blijven!"

Jammerend probeerde deze zich los te rukken, maar de kandidaat hield wraakgierig vast, wipte maar en bokste op neus en oogen tot hij hijgend niet meer kon. De slungel griende. Zoo tem ik de gazettenmannekens, triomfeerde Snepvangers, zeg na maar gerust aan de andere sloebers wat zij van mij verwachten kunnen, en zeg dat ik mijn botten vaag aan die smeerlappekens!