United States or Angola ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar onverwachts begosten in de zonbeschenen stilte de groote begijnhofklokken te luiden, en de gonzende bonken bleven ronkend hangen op de warme lucht. En daar kwam Charlot uit den hof.

"Ik heb u wel eens zien zwemmen, maar niet anders dan bij het baden of bij het oversteken van een rivier. Hoe is het met uw knapheid gesteld?" "Niet al te best." "O wee!" "Ja, o wee! Het is mijn schuld niet, dat mijn lichaam slechts uit zware bonken en schonken bestaat. Ik geloof, dat mijn beenderen veel zwaarder zijn dan die van een gewoon menschenkind."

Zij was maar porster en ze heette Mietje, twee hinderlijkheden die ze tegen had, want wie wordt er nu graag gewekt we slapen liever door met al onze ongerechtigheden en wat zit er nu voor poëtisch in den naam Mietje. Stel je voor een vrouw die Mietje heet, en die 's morgens vroeg met een dikken stok op je deur staat te bonken. Die bonkt toch al haar bekoorlijkheid weg?

Men hakte het vleesch met sabels aan stukken en legde het in de ketels; vele mannen kwamen toegeloopen met koolen van alle kleuren, met selder, met ajuin, met salade: al wat maar groen en eetbaar was, wierp men boven de zwemmende bonken vleesch.

Doch neen, 't en is geen berg, geen wangedrocht voorwaar; 't zijn takken stijf en stomp, 't is schorse, die 'k ontwaar; die, dikke en diepgegroefd, geborsten en gescheurd, van uit den ouden grond heure oude bonken beurt; 't zijn spanders overal, 't zijn spillen, die 'k aanschouw, een loof, dat kroont alom een steenoud boomgebouw.

De blijde, zotte perelendans! Ze klopten op de boomen, sprongen van den eenen tak op den anderen, ze vermengden zich, en de een viel rapper dan de ander. Soms kwamen ze met handsvollen naar beneden gerold, dat de pastoor zijn tikkenhaan er bijna van inbutste, dan ging het weer op een wandelpas, om ineens weer zot neer te bonken en Pallieter zijn rug zoo nat te maken als een opneemvod.

Achter metselden ze al, stond 'n versche muur met stellingen, steenen, kalkbakken. De vorst hield den arbeid tegen. Voor, in de ruimte aan de straatzij, besloten in de oud-kalkige-wanden der huizen rondom, diepte een uitgehouwen aardpoel, nog geen week geleden doorbaggerd, nu tot bonken en rotsen gevroren. Achter, op platte balken, rustte de heimachine met tobben ijs en saamgebakken kolen.

Er waren boeren bij die er voor recht stonden, om heel het gewicht van hun zware plompe schoenen op den vloer te laten bonken. Ze moesten lawijd hebben, mee kunnen zingen en heel hun lijf bewegen. Zoo kreeg ieder zijn toer en telkens waren het liederen met refreinen die iedereen kende, en waarbij ze konden dansen, springen, stampen en slaan.

Ik, die mij pas op den zadel van mijn grauwtje kan houden, die toch goed gevuld en zoo week als een kussen is, zou op de harde houten bonken van een beest gaan zitten, dat met mij de lucht ingaat, zonder dat ik weet, of het ooit weer op aarde te land zal komen! Neen, neen, voor zoo'n reisje bedank ik!"

De scherpe fluiten gillen, de machines bonzen en ratelen, van zwaaiend uitgerekte kranen-armen af dalen geweldige bonken van in kettingen saamgesnoerde balen en kisten naar de volgehoopte kade, waar de donkere koeliedrommen warrend dooreen bewegen tusschen de rij der schepen en de rij der loodsen, gapende open aan weerszij.