United States or Iran ? Vote for the TOP Country of the Week !


De pasar ligt op een viersprong, en daarnaast, tusschen geboomte, het aan vier zijden open feest-gebouw, door een vervaarlijk gevlerkt, geklauwd en geslagtand monster boven den hoofdingang bewaakt; wat verderop de ommuurde badplaats der aanzienlijken; en daar, waar de weg begint te klimmen naar de heuvel-gehuchten, de dorpstempel met zijn prachtig getooide poorten, aan weerszij waarvan, de knots op de knie, boloogde reuzen de wacht houden.

Aan weerszij van het beschilderde gezicht, strak als een masker, stralen zilveren en diamanten oorsieraden, als vleugels gespreid en afstaande. Een lichtgroene aigrette siddert op het hoofd. En aan de strak neergehouden armen en aan de handen, in de handen der geleidende zusters gevat, pralen spangen, banden, ringen, van de schouders af tot aan de spitsen der vingers toe.

Maar hij was nu op den rijweg, die, naar weerszij glooiend, tusschen volle, laag-getakte boomen lag in glans-goud-licht van zon op vochtig-gele blaren, daar als overstroomd van.... De wind ging er ruischende langs, en duizend zonnevlekken tintelden en speelden met de lila-blauwe schaduwen.

Dat maakt een voortdurend verplaatsen noodig van de woningen voor de assistenten en de koelies en van de schuren voor het drogen van het blad. Drie jaar lang kunnen de gebouwen blijven staan: de grond aan weerszij der "plantwegen" waarop het gewas wordt geteeld, ligt verdeeld in drie strooken, die de eene na de andere beplant worden.

»Wacht maar, als de bulletins de waarheid zeggen, komt zoo meteen de burgemeester op het balkon om het voor te lezenzegt er een. »Wel neen, mensch! daar gebeurt nooit zoo iets op het balkon.« »En bij de inhuldiging dan? Toen stonden ze aan weerszij aan de hoeken het uit te trompetten.« »Ja, wel, das heel wat anders weet uwé!

De scherpe fluiten gillen, de machines bonzen en ratelen, van zwaaiend uitgerekte kranen-armen af dalen geweldige bonken van in kettingen saamgesnoerde balen en kisten naar de volgehoopte kade, waar de donkere koeliedrommen warrend dooreen bewegen tusschen de rij der schepen en de rij der loodsen, gapende open aan weerszij.

Eén enkelen keer kwamen wij een mensch tegen, het was een mager, armelijk gekleed, oud vrouwtje, met slierten wit haar langs het ingevallen gezicht, die een hitje, even afgejakkerd en oud als zijzelve, en bepakt met twee, van weerszij hem tegen de ribben schokkende, manden vol gras, voor zich uit de helling afdreef.

Zoo sukkelde men aan weerszij een jaar of wat voort: men poogde elkander zooveel mogelijk de loef af te steken en men onttroggelde elkander de goede spelers; gaf men in de Nes een nieuw stuk, dan moest men het op de Keizersgracht ook geven; hield men hier optochten bij feestelijke gelegenheden, dan moest ginds ook hetzelfde groot spektakel vertoond worden: 't ging hard tegen hard: de Regenten over en weer konden elkander niet langer luchten of zien, en de beide godshuizen leden er niets dan schade door.

Dwars door een tuin, die vol bloemen en bloeiend vruchtgeboomte staat, maakt hij een breed pad naar den ingang van zijn erf; en aan weerszij daarvan zet hij een kleine rijstschuur, als een wieg van onder smal en van boven breed, op palen geheven, met een overhangend dak gedekt, en aan alle vier de wanden, van beneden tot boven, bont van vroolijk-kleurig ornament.

De verdeeling van het binnenhuis komt te zien: een vrij groote middenruimte, doorloopend van voor- naar achtergevel, en aan weerszij, afgeschoten, donker, veilig, kleinere ruimten, waar, onduidelijk, een rommel van voorraad gereedschap, rijs en vischnetten te ontwaren is, en waaruit gezichten te voorschijn kijken van vrouwen en kinders.