Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
Maar ze liet plots de leuning los en vluchtte tusschen de veilige muren der huizen, nu snikkend en stotterend: 'k En mag niet! 'k En mag niet! Hare tranen rolden onophoudend over haar gelaat, en haar borste schokte zeerdoende omhooge. Ze zag niets meer. Ze hoorde niets meer. Ze wilde zich alle oogenblikken laten neervallen.
Maar als hij, zooals nu, aan 't vertellen sloeg van zijn gezwerf, van zijn nachtbraken en van zijn gauwdievenhistories uit de stad, dan schoof er vaak tusschen hem en zijn naar diefstal en jenever ruikende vertelling, plotseling als een staak uit den grond, zijn groote angst voor de politie; dan bleef hij in de war gebracht staan, stom, met nog pratenden mond, alsof een vuist hem had gegrepen van achteren in den nek, en hij zweeg, zweeg, begon nog eens stotterend, maar sloeg dan aan 't liegen dat hij 't zelve geloofde.
Schrei niet, suste hij, het blonde hoofdje streelend. Wij blijven voorloopig hier en je kunt elken dag met Rikiki komen spelen. Maar het kind bleef snikken en hikte stotterend Ik hield zooveel van hem; ik zou er zoo goed voor gezorgd hebben. De generaal was radeloos. Hij keerde zich om tot zijn vrouw en zijn schoonzuster en verweet haar vol toorn: Zie je nu wel!
Zijn gelaat wordt valer dan ooit, als hij stotterend vraagt: "M.m.mijn ijzeren k.k.kist?" "Dacht je, dat ik niet wist, waar je den aap in bewaarde? Och, m'n lieve Strijkkie! vrouw Juttner heeft zulke goeie oogen en ze kan zoo zachtjes loopen. Dacht jij, dat ik verleden 's avonds niets gezien had? Hè, hè, hè!" Strijkman heeft zich hersteld en zegt ruw: "Je zeurt."
Zou de Bobberd iets weten? Waarom zei hij dit zoo eensklaps? ’t Zweet brak hem uit, want ’t kwam hem voor, dat hij hem zoo wonderlijk aankeek bij die woorden, en verlegen stotterend antwoordde hij: „Ne-ne-neen! Hoe kom je daarbij?” „Nou! ik dacht het maar zoo, manke!” „Waarom?”
Belzemien glimlachte, hoofdschuddend, vaag gegeneerd, met fijn-knippende oogjes. Coben stond verbouwereerd te sidderen, onduidelijke klanken stotterend.
Soms wilde ik haar trotseeren maar dan juist scheen er een springvloed te loopen door mijne aderen; en was eenmaal de roode golf gerezen, dan stond ik onder de menschen als een slungel, met den mond vol tanden, met al mijne ledematen verkeerd, haast met tranen van spijt en schaamte in mijne oogen, wenschende dat ik in den grond verzinken mocht: ik, een Delftsch student, eene lange, knokige kerel, met de beginselen van eenen knevel al onder den neus, daar blozend en stotterend als een schoolmeisje dat betrapt werd op het kapen van een pruimentaartje!
S-t-r-o-o-p geeft in zes letters de oplossing van ’t moeielijk probleem: vrijheid, gelijkheid en broederschap.” „Maar dat is een gek, een ongelukkige uit Meerenberg ontsnapt,” dacht de kruidenier, die eindelijk kans zag om in den woordenstroom, die hem dreigde te overstelpen, een dam te werpen door stotterend te vragen: „Maar meneer, wat beduidt nu dit alles?”
Zij hadden, volgens oud gebruik, recht op een liter per hoofd, en de boer stotterend, haastte zich weg, terwijl allen met vernieuwden moed weer aan den arbeid gingen. Toen steeg opeens, als een zachtjubelende groet van levenslust en liefde, een teer en fijn gezang van uit de grijze lucht naar den langzaam ophelderenden hemel.
Reeds tastte ik naar mijn beursje, om mijne bewering waar te maken, toen een der vriendelijkste heeren zich ten halve van zijn bed verhief, en riep: »Wat mot je!« Iet of wat stotterend zeide ik, met een lichte buiging: »Mijn naam is Stoke.«
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek