Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juli 2025


Fransoo maalde koffie, en Pallieter zette de tafel onder het glazen dak, om den regen er te hooren opbonken. Tegen het glas, langs binnen had een knokige druivelaar zich opgewerkt, en spreidde er nu een weelde van blad en vruchten uit. Och! een vracht van over de honderd purpele druiventrossen, met vruchten groot als duiveneieren! Hei, wat nen boom!

Hoogstens trekt hij de wenkbrauwen iets meer op dan gewoonlijk, en stulpt hij zijne uitgezakte onderlip iets verder vooruit, ten bewijze, dat hij niet volkomen begrijpt, wat hier voorvalt. Wijsgeerig en onderzoekend rust zijn rimpelig hoofd op de knokige hand.

Het uitzicht dezer reuzen is niet kwaadaardig. Zij hebben knokige, vooruitstekende voorhoofden en jukbeenderen, waartusschen hunne vriendelijke lichtgrijze oogen verborgen liggen; breede monden; kleine witte tanden, en dunne haren van de echt Celtische kleur, die bij den ouden reus reeds eenigszins beginnen te verbleeken.

Zij drukte in haar knokige, zwakke hand, als van een geraamte, de grove ruwe vingers van Gueulemer en hernam: "Ge weet dat ik niet dwaas ben. Men gelooft mij gewoonlijk. Bij gelegenheid heb ik u een dienst bewezen. Nu, ik heb onderzoek gedaan en ge zoudt u nutteloos aan gevaar blootstellen, weet ge. Ik zweer u, dat er in dit huis niets te maken is." "Er zijn alleen vrouwen in," zei Gueulemer.

En de groote, knokige vingers der sibylle wezen naar dat arme kind. "Ave Cesar," zei de sibylle, terwijl zij hoonend lachte. "Daar is de god, die op de hoogte van het Kapitool zal worden aangebeden." Toen deinsde Augustus terug als voor een waanzinnige.

Een bindtouw was haar ceintuur, evenals een bindtouw haar kapsel samenhield; knokige schouders kwamen uit het hemd, zij was ziekelijk bleek, met uitstekende wangbeenderen, roode handen, half open mond die reeds tanden miste, doffe, brutale, gemeene oogen, de vormen van een halfvolwassen meisje, en den blik eener oude verdorven vrouw; vijftig en vijftien jaren ondereen gemengd; een dier tevens zwakke en leelijke wezens, die ons doen huiveren of weenen.

Soms wilde ik haar trotseeren maar dan juist scheen er een springvloed te loopen door mijne aderen; en was eenmaal de roode golf gerezen, dan stond ik onder de menschen als een slungel, met den mond vol tanden, met al mijne ledematen verkeerd, haast met tranen van spijt en schaamte in mijne oogen, wenschende dat ik in den grond verzinken mocht: ik, een Delftsch student, eene lange, knokige kerel, met de beginselen van eenen knevel al onder den neus, daar blozend en stotterend als een schoolmeisje dat betrapt werd op het kapen van een pruimentaartje!

Sowerberry was een lange, knokige, sterk-gebouwde man, gekleed in een kaal zwart pak met gestopte katoenen kousen van dezelfde kleur en bijbehoorende schoenen. Zijn gezicht was van nature niet aangelegd om te glimlachen, doch in 't algemeen scheen hij wel geneigd tot de boertigheid, die bij zijn beroep behoorde. Terwijl hij naar Mr.

Onverschillig werpt de spreker, een zoon van het verre Westen, een lange knokige figuur met een echt Yankee-gezicht, een zak met goudgeld op de toonbank, en terwijl twee kassiersbedienden het geld natellen, houdt hij hen, met de handen in de wijde zakken van zijn gestreepte broek, en een Amerikaansch deuntje neuriënd, met zijn vlugge oogen in de gaten.

De ander was een knokige man met een rood hoofd en kaplaarzen; hij had een ongunstig gezicht en een neus met wijde neusgaten, die hem een norsch uitzicht gaf. »Zeg aan je meester, dat Blathers en Duff er zijnzei de eerste man, terwijl hij zijn haar glad streek en een paar handboeien op tafel legde. »O! Goeienavond, meester; kan ik een paar woorden met u alleen spreken

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek