Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 mei 2025
Dat was gericht tot den heer Losberne, die juist binnenkwam; de dokter wenkte Brittles heen te gaan, geleidde de beide dames binnen en sloot de deur. »Dit is de dame, die hier woont,« zei de dokter, op mevrouw Maylie duidend. Mr. Blathers maakte een buiging. Daar hij verlangde te gaan zitten, legde hij zijn hoed op den grond, nam een stoel en beduidde Duff, hetzelfde te doen.
»Ik weet niet, wat ik denken moet,« antwoordde de arme Giles. »Ik denk niet, dat het de jongen is; eigenlijk weet ik haast zeker, dat hij 't niet is. U weet immers, dat 't niet kan.« »Heeft die man gedronken, mijnheer?« vroeg Blathers, zich tot den dokter wendend. »Wat een prachtige warhoofdige kletskous ben jij!« zei Duff met sublieme minachting tot Mr. Giles.
»En wat is dat dan met die jongen, waar de bedienden van spraken?« vroeg Blathers. »Niets hoegenaamd,« antwoordde de dokter. »Eén van de knechts heeft 't zich in zijn schrik in het hoofd gehaald, dat die jongen iets te maken heeft met de poging tot inbraak; maar 't is nonsens louter verzinsel.« »Dat is gemakkelijk genoeg uit te maken,« merkte Duff op.
Toen dit was afgeloopen, verlieten Blathers en Duff de kamer en hielden samen een langdurige beraadslaging, zoo geheimzinnig en plechtig, dat daarbij vergeleken, een consult van de beroemdste doktoren over een ingewikkeld, medisch geval maar kinderspel was. Intusschen liep de dokter in de aangrenzende kamer onrustig op en neer, terwijl mevrouw Maylie en Rose hem met bekommerde gezichten aanzagen.
Blathers, terwijl hij zijn wijnglas neerzette en de handboeien tegen elkaar sloeg. »'t Is een merkwaardige geschiedenis,« merkte de dokter op. »Nu heeren, als u wilt, kunt u naar boven gaan.« »Als u wilt, mijnheer,« antwoordde Blathers. Dicht achter Mr. Losberne aan klommen de twee politie-dienaren naar Oliver's slaapkamer; Mr. Giles liep vooruit met een brandende kaars.
»Ik kan natuurlijk niets met zekerheid zeggen, zoolang ik het werk niet gezien heb,« zeide Blathers, »maar mijn eerste indruk is ik verklaar echter nog niets met stelligheid dat het niet door een knul gedaan is; wat zeg jij Duff?« »Ik geloof 't ook niet,« antwoordde Duff.
»Wij noemen het een binnenmuursche diefstal, dames,« zei Blathers, zich tot haar wendend, alsof hij haar onwetendheid beklaagde, maar die van den dokter verachtte, »als de bedienden er bij betrokken zijn.« »Niemand verdacht hen in dit geval,« zeide mevrouw Maylie. »'t Schijnt zoo, mevrouw,« hernam Blathers, »maar daarom konden ze er toch wel in betrokken zijn.«
Den volgenden morgen ging het gerucht, dat twee mannen en een jongen dien nacht onder verdachte omstandigheden geknipt waren en opgesloten in Kingston; dientengevolge trokken de heeren Blathers en Duff naar Kingston.
»'t Was allemaal om.... om bestwil, mijnheer,« stamelde Giles. »Ik dacht stellig, dat 't de jongen was, anders zou ik me niet met hem ingelaten hebben. Ik ben heelemaal niet onmenschelijk, mijnheer.« »Welke jongen dacht je dat het was?« vroeg de oudste politieman. »De dievenjongen, meneer!« antwoordde Giles. »Ze ze hadden stellig een jongen bij zich.« »En? Denk je dat nu nog?« vroeg Blathers.
De heeren Blathers en Duff keken naar Mr. Giles, toen hun aandacht zoo op hem gevestigd werd. De huisknecht keek als verwezen van hen naar Oliver en van Oliver naar den dokter, met een lachwekkende mengeling van angst en verslagenheid. »Je zult dit niet willen ontkennen, denk ik?« zei de dokter, terwijl hij Oliver zachtjes weer neerlegde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek