Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Het was, toen ik hem als knaap van vijftien leerde kennen, een oude, stoere, grijze, forsche kerel, met een kreefte-rood, als 't ware roodgekookt gezicht, waarin twee kleine, hard-blauwe varkensoogjes je valsch aanloerden. Nooit heb ik dien vent zien glimlachen of lachen. Dat kon hij niet. Altijd stond zijn tronie stug en norsch, alsof hij iedereen verdacht van kwaad en overal vijanden zag.

Morgen daag ik u uit tot een tweegevecht, antwoordde Riesencraft, en ik beloof u fatsoenlijk aan stukken te kappen. Wij zullen alles afkappen, sprak Uilenspiegel, hoofden, armen en beenen. Maar zijt gij verstopt, dat uwe tronie zoo zuur ziet? Dat ben ik, sprak Riesencraft. Dan moet gij purgeeren, in stee van te vechten. Zij kwamen overeen zich 's anderen daags met elkander te meten.

De volgende maand gaf zekere doctor Agileus twee gulden aan Uilenspiegel en brieven voor Simon Praet, die hem zou zeggen wat hij te doen had. Uilenspiegel kreeg bij Praet eten en slapen. Zijn slaap was goed, zoo goed als zijn tronie; Praet, daarentegen, was schraal en droevig, altoos in naargeestige gedachten verslonden.

Dat het niet waar is? Dat ik lieg? Zegt hij dat ik lieg, Mijnheer Anatole?..." Het scheen dat ze al hare krachten inspande om in eene uiterste poging de mate van hare verontwaardiging te geven. Ze greep waarlijk met hare tien nagels naar de rood-ronde tronie van den stillen beuzelaar. "Hier uit", riep ze, "hier uit!... Ne sjanfoetter, dat zijt ge, 'ne wijvenbeul en 'ne sjanfoetter!..."

Eens op een dag zat ik in het bosch op een boomstomp een paar patrijzen te plukken voor mijn middagmaal, waar ik geheel in verdiept was, toen een licht geritsel in het kreupelhout mij opschrikte, en daar stond me een groote mannetjeseland, half tusschen de dwergsparretjes verscholen, naar mij en de stuivende veeren te kijken, met een uitdrukking van gespannen nieuwsgierigheid en verbazing op zijn leelijke zwarte tronie.

Zeker ware hij gedood, hadde Lamme, met een derde schot, den predikant niet geveld. En een vloek stierf op zijne lippen, terwijl hij bloed en doods-schuim braakte. En opnieuw steeg een blauwe rookwolk uit het struikgewas, waartusschen Lamme weer zijne goede tronie zien liet. Is 't gedaan? vroeg hij. Ja, mijn vriend, antwoordde Uilenspiegel, maar kom....

En de boeren, die van het veld kwamen op etenstijd, als de klokken luiden, gingen voorbij Katelijne en spraken: Daar is de zottinne. En zij maakten het teeken des kruises. En Nele en Uilenspiegel weenden, en Uilenspiegel moest zijne bedevaart voortzetten. Zijn beeweg vervolgend, trad hij in dienst bij zekeren Judocus, de kwabakker geheeten, om den wille van zijne zure en norsche tronie.

Een dégoutante papzak. Een type van een ambtenaarsklerk. Hij had hem altijd al verveeld en ontstemd. Hij was blij dat hij hem niet meer zien zou, die akelige bleeke tronie, dat dom-zoetige meelgezicht. 't Werd nu heel stil op kantoor; Bernard luisterde telkens met ingehouden adem en iets van angst in zijn warm-soezig hoofd of de anderen niet fluisterden onder elkaar.

En 't was een vreemdsoortig schouwspel, uit de mouwen der rijke kleederen die ruwe handen te zien steken, dewelke bogen of bussen, hellebaarden of pieken droegen, en al die mannen met stuursche tronie, met flikkerende pistolen en kruismessen in den gordelriem, uit gouden kelken den wijn der abten te zien drinken, die nu de wijn der vrijheid was.

Dries begon hartelijk te lachen. Wees gerust, oudje, zeide hij, ik zal u mijn hart niet schenken, noch door u mijn hoofd op hol laten brengen. Ik kan best begrijpen waarom zij zich zoo sluiert en zich van ons afwendt, zij is bevreesd dat wij hare heerlijke tronie zullen zien. Wel, wel! wat een inbeelding voor zoo'n oude heks.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek