United States or Syria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij liep naar het galgeveld en vond er de verdroogde hand van een dief. Hij bracht ze aan den kwabakker en sprak: Dit is eene gelukshand, die onzichtbaar maakt, wie ze draagt. Wilt gij uwe slechte inborst verbergen? Ik zal u zwart maken bij het gerecht, antwoordde de kwabakker, en gij zult zien dat gij het heerenrecht hebt overtreden.

De kwabakker gaf hem voor eten drie oudbakken brooden per week en deed hem slapen in een kot onder het dak, waar het regende en waaide dat het een pleizier was. Als Uilenspiegel zag, dat hij zoo slecht behandeld werd, bakte hij zijnen baas verscheidene poetsen en onder andere deze: als men 's morgens heel vroeg bakt, moet men 's nachts het meel builen.

Uilenspiegel en de kwabakker kwamen samen buiten, de bakker hief zijn stok op, doch Uilenspiegel sprong ter zijde en sprak: Baas, daar het met slagen is dat men mijn meel built, neem gij de zemelen: dat is uwe norschheid; ik houd de bloem: dat is mijne vroolijkheid. En zich omkeerende, zei hij: Als ge bakken wilt hier is de oven.

En de boeren, die van het veld kwamen op etenstijd, als de klokken luiden, gingen voorbij Katelijne en spraken: Daar is de zottinne. En zij maakten het teeken des kruises. En Nele en Uilenspiegel weenden, en Uilenspiegel moest zijne bedevaart voortzetten. Zijn beeweg vervolgend, trad hij in dienst bij zekeren Judocus, de kwabakker geheeten, om den wille van zijne zure en norsche tronie.

Maar er zal niet veel verloren gaan, ik zal het meel opscheppen. 't Is nu te laat, antwoordde de bakker, om deeg te maken en te bakken. Uilenspiegel sprak: Baas, het deeg van onzen buurman is gereed in den trog, wil ik het gaan nemen? Loop naar de galg, antwoordde de kwabakker, neem wat er te vinden is. Ik ga, baas, antwoordde Uilenspiegel.

Toen zij getweeën vóór den burgemeester stonden, wilde de kwabakker al de misdaden van Uilenspiegel opsommen, maar deze zette groote oogen op en maakte den kwabakker zoo grammoedig, dat hij zijne aanklacht onderbrak om te vragen: Wel, wat is er? Uilenspiegel antwoordde: Gij hebt mij gezegd, dat gij mij zoodanig zwart gingt maken, dat ik zou zien. Wel, ik zie niemendal....

Nu op een nacht dat de mane scheen, vroeg Uilenspiegel een keers om te zien, en hij kreeg van zijn meester het volgende antwoord: Buil het meel in den maneschijn. Uilenspiegel gehoorzaamde, en builde het meel op den grond, daar waar de maan scheen. Als de kwabakker 's morgens kwam zien naar Uilenspiegel's werk, vond hij hem nog aan 't builen.