Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 oktober 2025


"'t Is wat te zeggen om zoo'n zoontje te hebben," bromt de vrouw met een ontevreden blik op den knaap, die vadsig met de handen onder de kin op de balie leunt. "Hij is van zijn tweede jaar af zoo krom gegroeid, er was niets aan te doen, en hij is er onnoozel bij; verstand zit er niet in. Ach God, 't is zoo'n stumperd, niet waar Kobus? Hij weet kwalijk, hoe hij heet."

Hoewel nog bleek en eenigszins onvast van stem, antwoordt hij, zich tot een heesch lachen dwingend: "! ! ! ! dat is wel aardig, dat is casuweel." "Moeder," vraagt fluisterend Kobus, die al dien tijd stil op zijn stoel is blijven zitten: "Moeder, heet ik nou Makko?" "Stil toch," antwoordt vrouw Juttner even zacht, maar uiterst angstig, dat hij nog meer zal zeggen. "Hou je mond dan toch."

Noch haar, noch Kobus vertrouwde-die het kunstig Amerikaansch slot toe, dat-ie in San Louis had gekocht, dat met drie grendels in de deur greep en door 'n sleutel zoo licht als 'n lucifer werd gesloten.

Strijkkie, ventje, je bent dom; ik doe je een weldaad, dat ik niet met je trouw, dat moet je alleen wel zestien honderd gulden waard zijn... Kom hier, Kobus, je ligt zoo ver uit het raam, kind!" "Ik heb het niet, ik doe het niet en ik wil het niet." "Dat laatste wat je zegt is waar.

Hoe zacht die woorden ook gesproken zijn, toch heeft de procureur ze verstaan, en daarom richt hij nu 't woord tot den ongelukkigen idioot. "Wat zei je daar? O ja, 't is waar, hij is immers doof?" "Och heere ja, meneer!" "Kom eens bij mij." De procureur wenkt hem tot zich. "Kobus gaat om de tafel heen en staat nu naast den heer Verhagen, die hem zeer luid vraagt: "Jij heet Dorus, is 't niet zoo?"

'n Ongeluk komt nooit alleen. Natuurlijk had Amélie juist den draad van Casa Cara stuk geloopen de kwáje meid de onnadenkende. 's Nachts twee, ruzieden ze nog bij 't plechtig gebeier buiten. En eerst te bed, 'n weinig bekomen van zooveel avontuur in-eens, hervonden ze kalmte, uitvluchten, rust en droomen. Meneer bouwde 'n stevig leugenstel, met z'n vrouw, z'n dochter en Kobus als getuigen.

Zij beminnen elkander; en dewijl zij sedert lang weten, wat wij voor hen van hunne eerste jonkheid af hebben gedroomd...." "En het is daarom, onnoozele Kobus, dat gij zuur ziet? Heeft moeder Houtman u misschien verwijten durven doen?" "Zij heeft mij geene verwijten gedaan, maar mij onder de oogen gebracht, dat het tijd wordt om over het lot der kinderen besluit te nemen."

"Mijnheer Verhagen, mag ik u een verzoek doen?" vraagt Dorus. "Zeker!" "Laat de politie en het gerecht buiten spel, niet om dien ouden schelm, maar om hem;" hij wijst op Kobus. "Wil je een verklaring onderteekenen, dat je dit jongmensch herkent als Dorus Makko, den zoon van Nicolaas Makko, en dat deze papieren zijn wettig eigendom zijn?" "Ben ik dan van alles af?"

De oude man was nu echter te zeer vervuld met zijn plan, dan dat hij door den uitroep der weduwe achterdocht kreeg, en antwoordde haastig: "Neen! neen! maar ik moet je eens spreken, juffrouw. Zijn we hier alleen?" "Kobus ligt in de bedstee en slaapt." "Hm! en als hij eens wakker werd?" "Dan hoort de stumperd nog niets." "Zoo! En de buren kunnen die niets verstaan, of...?"

"Koop jij nou dat huisje, betaal de zestien honderd gulden; dan zit ik in een winkel en dan zal ik mijn kost wel ophalen. 't Huis blijft jou eigendom, maar huur en belasting betaal ik niet." «Jongens, jongens, wat ben je aardig. Heb je soms nog iets?" "Neen, alleen van tijd tot tijd eens een nieuw pak voor Kobus, anders niet.

Woord Van De Dag

arasbesken

Anderen Op Zoek