Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juli 2025
Vrouw Juttner wisselt af en toe een blik van verstandhouding met den pandjesbaas en trekt zwijgend Kobus' buisje terecht of strijkt hem het haar uit de oogen. Geruimen tijd hebben zij zitten wachten, als eindelijk Keesje, de jongste bediende, binnentreedt en kortaf zegt: "U kunt binnenkomen."
"Nou dan!" , gromde Kobus: "wat is 'r dan? Ze zijn nog op!" "Nee Kobus néé, Kobus," heeg ze: "d'r is onraad op 't dak d'r binne panne gevalle." Met dat ze 't zei, kwekkerend van geraas, klaar stootend over de andere pannen, schoof 'r weer een van 't dak, scherp ketsend tegen den gootrand. "Nou," zei hij, kribbig-van-slaap-gestoordheid: "dan zalle we is gaan kijke."
Hoe? zijne dochter zou de zuivere, de innige genegenheid van geheel haar leven ontrouw worden? Den goeden Frans verraden, voor iemand dien zij, drie maanden te voren, nog niet kende?" "Kobus, vriend, wil ik u eens eenen goeden raad geven om uw hoofd van al die muizenissen te verlossen?" vroeg de vrouw met fleemende zachtheid. "Worstel niet langer tegen een besluit, dat gij toch zult nemen.
"Moeder" fluisterde hij nogmaals. "Hij is toch erg op mij gesteld. Arm schaap!" Zij schoof een stuk karpet, dat opgerold onder 't getornde hoofdkussen lag, wat dieper. "Geld zul je hebben; geld, veel geld, Kobus."
"Niets, niets, mijn kind," antwoordde baas Noppe, "uwe moeder is wat vreemd gezind vandaag.... Maar, kom, het moet mij van het hart! Zeg mij eens oprecht, Lisa, wat denkt gij over Theodoor Peeters?" "Wat zou ik over hem denken, vader? Hij is een goede, vroolijke jongen en heeft veel verstand." Deze woorden schenen baas Kobus te bedroeven.
"Wil ik u eens iets zeggen, dat u verrassen zal, Kobus? De secretaris heeft mij Zondag, na de vroegmis bij den uitgang der kerk, aangesproken over zijnen zoon Theodoor, en mij gevraagd of wij niet zouden genegen zijn, hem met onze Lisa te laten trouwen." "Hemel, heeft hij dit waarlijk gevraagd?" riep de baas verschrikt.
"Binne ze nòg op 't dak?" , vroeg ze rillerig. "Hoor maar!" , zei Kobus. Naastan, om den hoek, die belette te kijken, klonken de stemmen, duidelijker nu. "Je doet 't nièt meer," knorde meneer: "zoolang die lamme hond blaft, hou je je stil."
Geen schim-van-'n-geluid was te hooren. In 'n woestijn kon 't niet eenzamer. "Eenig"...., begon Amélie weer, maar snel dat ophitsend woord verslikkend zei ze: "eenige troost is 'r, dat Kobus zal zóéken".... "Dat zal-ie niet," viel pa 'r in de rede: "hij zal z'n mond houen".... "En als 't te lang duurt, pa?".... "Dan zal-ie nòg z'n mond houen."
"Maar Lisa heeft geene genegenheid voor hem," morde de baas. "Ik moet lachen om uwe eenvoudigheid, Kobus. Wat weet gij daarvan? Gij zit immers in haar hart niet?" "Hoe, vrouw gij zoudt kunnen vooronderstellen....?" "Is zij hem niet zoo minzaam, dat iedereen het opmerkt?
De secretaris is een onbemiddeld man; wat hij zijnen zoon zou kunnen medegeven is bitter weinig, terwijl de weduwe Houtman integendeel een goeden spaarpot heeft." "Hij zal zijnen zoon het ambt van secretaris afstaan." "Zegt hij dat?" "Ja." "En waarvan zal hij dan zelf leven?" "Wat raakt ons dat, Kobus? Hij is landmeter en zal zich dit ambacht met meer vlijt aantrekken."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek