Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juli 2025
"Dat weet 'k niet," zei Kobus onnoozel. "En waar is de familie?" drong de burgemeester aan: "'r is beneden uitslaande brand geweest!" "De Familie," hakkelde Kobus, zich in z'n slaapdronkenheid verpratend de afspraak was dat ze tegen 't dakraam zouen klòppen "de familie is gevlogen..." "Gevlogen! ," schrikte de burgemeester, "waarom gevlogen?" "Dat weet 'k niet," zei Kobus nog eens.
"Dat is te casuweel," antwoordde vrouw Juttner; "ik weet beter: hersenziekte gehad, zenuwzinkingkoorts of zoo iets; laat dat maar aan mij over... 't Treft goed, dat ik pas een maand of drie hier in de stad woon; afijn, ik zal wel zorgen, dat ik er een mouw aan pas. En nou wat anders, baas Strijkman. Wat geef je wel aan mij en Kobus, als alles goed afloopt?
Tot laat in den nacht zat het tweetal bijeen en besprak de wijze, waarop zij zouden samenwerken om Kobus Juttner voor Dorus Makko te doen doorgaan. Zelden was een paar meer aan elkander gewaagd dan dit. Vrouw Juttner dacht kalmer na dan Strijkman en menigmaal gedurende hun gesprek toonde zij, dat ze voor hem niet onderdeed in sluwheid.
Er is evenwel geene haast bij; bedenk u nog eenige dagen Laat ons nu liever daarover zwijgen: ik hoor onze Lisa komen. "Arm kind, zij zingt!" zuchtte de baas. "Wist zij wat er tegen haar geluk wordt gebrouwen!" "Nu, zwijg maar, Kobus; geen woord meer over deze zaak, daar is ze...."
Op een vroegen lentemorgen van het jaar 1831, het was eenen Dinsdag, trad Kobus Noppe van de straat in zijne woning, stapte langzaam tot het diepe der kamer, trok eenen stoel nevens de kas van het uurwerk en liet zich als mismoedig er op nedervallen. Eene uitdrukking van slechte luim benevelde zijn gelaat, hij liet het hoofd op de borst zakken en zonk weg in gepeinzen.
"Breng het boven, moedertje," zei ik, "en laat ons even alleen, want ik hoop dat de juffrouw mij den persoon zal kunnen beschrijven; dan zal ik hem bij de politie aangeven." "Beskrijven! Ja, dat gaat zoover as 't voeten het," antwoordde de klapper; "en weet je wat Kobus zeit? ze krijgen er de verkeerde deur te pakken.
"Wat zou je zeggen, juffrouw, als ik jou jongen, Kobus, eens een groote erfenis bezorgde; misschien wel zooveel, dat hij al zijn leven geborgen was, en jij er bij...?" "Ben je gek, baas Strijkman? Hoe zou jij..." "Jij weet nog niet wat ik kan," grinnikte de oude, terwijl hij zijn magere knokkels wreef. "Praatjes maken, dat kun je!"
Na eenige woorden met baas Kobus over het weder en over het uitzicht van den toekomenden oogst te hebben gewisseld, vroegen de krijgslieden een spel kaarten. Zij wilden, zeiden ze, het partijtje voortzetten dat zij gisteren, omdat het te laat geworden was, hadden onderbroken.
"Dat ken ik wel, dat is van mijn oom, vaders broer." Als de onnoozele Kobus, die tot dusverre, schijnbaar zonder deel te nemen in 't geen voorvalt, is blijven zitten, het portretje ziet, staat hij op en zegt, er op wijzend: "Oome, oome!" en fluisterend: "Is 't zoo goed, moeder?"
Jans, lekker as kip, reisde af en nog dien eigensten avond, terwijl Kobus op den weg voor den tuin Tutu en Zo, de glanszwarte schippertjes, de harte-lievelingetjes van mevrouw uitliet en Chris bij den gootsteen den vatenboel redderde, slingerde de reeks zotheden der familie zich tot in de sfeer van 't uitmiddelpuntig-uitbundige.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek