Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Nu eens hadden de namen: "menneke" en "jungske" van Doortje, den lichtgeraakten boerenjongen gehinderd; dan weder was hij, bij de titels: "dikkertje" of "apekop," vuurrood van kwaadheid geworden en luchtte hij zich, door het meisje een vloed van scheldwoorden toe te zenden, die de jonge deerne lachende ontving en ondeugend zocht te stuiten met aardigheden, die het ventje woedend maakten.
"Zoo wil ik," begint Alfred weder, die zich inmiddels op de Mookerheide wenscht: "zoo wil ik, tot inkeer gekomen, mijne dwaling...." "Fielterij!" schreeuwt de baron. "Mijne.... fiel.... terij," hervat Alfred: "trachten goed te maken, en bied dus het door mij beleedigde meisje...." "Kom naderbij, Mie, Trijntje, of hoe je heeten moogt, valt de baron weder in, terwijl hij Doortje aanziet.
Juffrouw Fietje was donker van oogen en haar, en geel van tint. Juffrouw Doortje had bij haar ronde, blozende wangen, schele blauwe oogen. Als ze ons aankeek, hield ze altijd het hoofd een beetje schuin. Ik dacht, omdat ze ons anders niet zien kon, zooals een duif zijn kopje scheef draait, om u te kunnen bekijken. Ze was lief.
En daar beneden in het dorp, in de pastorie, dáár werden tranen geweend, bittere, heete tranen door wie maar weenen kon! Maar zij wilde niet, zij wilde immers niet, dat de menschen haar medelijdend zouden aanzien, vader en moeder, tante, zelfs Doortje en Mina neen, dat was vreeselijk, dat kon zij niet verdragen. Klonken daar geen haastige schreden achter haar? Ja, en dan de roep "Liesje! Liesje!"
Wat mocht dat gewêst zin? Wessels hoorde niets meer; roepen wilde hij niet, en toen Doortje eenigen tijd later met een vuurrood gezicht tot hem kwam, maar op haar gewonen bezorgden toon zeide: "Hoe is 't boas, wi'j d'r ook weer in?" toen had de zwakke grijsaard geen moed om haar betreffende het gehoorde te ondervragen; en daar Doortje er niet van sprak, zweeg de oude ook, en voor den lezer, die 't niet begrepen heeft, blijft het dus een duistere zaak.
"Dat vuul 'k nou al heel stark," sprak Frerik. "'k Weet niet, of gij...." hernam Doortje maar stopte. "'k Meinde da'k um grootvoader allinnig roar was," sprak Frerik: "moar 'k vuul toch...." "Wat....?" zei Doortje. "Da wee'k niet," antwoordde Frerik: "moar 'k zou hoast.... 'k begriep niet.... moar 'k vuul toch...." en Frerik trok Doortje dichter tot zich: "da'k ou Door, méér as méér liejen mag."
Ja Bart was weg en bleef weg. Maar, toen Doortje, ruim een jaar later, met een bloeiend knaapje op den schoot naast grootvader aan den haard zat, en Frerik met de blijde tijding van de deel was gekomen dat de tabak allenmoal best binnen was, toen werd, weinige oogenblikken later, de voordeur der woning geopend, en trad er een bediende in sierlijke livrei binnen nog mooier dan die van den b'ron en viel met de woorden: "Grootvader, grootvader, ken je Bart nog?" voor den ouden man neder.
Frerik zag in, dat het er nou op oan kwiem, um, zoo neudig, Doortjes recht te verdeidigen; en Doortje bemerkte met schrik, dat de jonker blauw en bont in 't gezicht, en 't linkeroog zoo gêl as saffroan was. Juist wilde zij, daar een hoog rood hare wangen kleurde, zich ongemerkt verwijderen, toen de woorden van den baron: "Blijf, meisje!" haar dien aftocht belette.
Waar moesten wij kleine en groote jongens naar toe! Hebt ge wel opgemerkt, bij hoeveel lieve vrouwen ik me al gekoesterd had? Bij juffrouw Gottman van de eerste bewaarschool en juffrouw Doortje van de tweede. Bij juffrouw Van Streelen uit den winkel naast ons en bij het Perehietvrouwtje. Bij Mietje de Porster en mijn zuster Christine. En onder alle omstandigheden bij mijn Moeder! O, die vrouwen!
"Hi hi! kapot!" roept Doortje! Flitz zegt: "'t Spijt me; 'k wou ook eens het woord."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek