Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
"Zij zijn al in de eetkamer, juffer," riep Doortje haar toe, en begon toen op eens hard te schreeuwen: "o Hemel, juffer! er is een verborgene bruid in huis; zie maar een, twee, drie lichten!"
"Eindelijk," zei Leni met een ongelukkig gezichtje, "die nare schoenen." "Dat was een treurige wedloop, hè Leen? Jij moet je linker en rechter feestdag maar zoo gauw mogelijk uittrekken, als je thuis komt, dan vier je opnieuw feest. Maar kom, we moeten voortmaken. Pa en oom Karel zullen ons nog inhalen. Geef mij maar een arm, hinkelepinkje." "Doortje, is de koffer al gekomen?" vroeg Hansje.
Doortje kwam juist met de lantaarn uit de deur, en liet de wagentrede neer; hij sprong er uit en bood Liesje de hand om uit te stijgen; een trek van diepe ontroering lag op zijn gezicht. Hij zou zich houden, alsof hij haar liefhad!
Van haar was hij naar Doortje Post gegaan, die een vroolijk-open kindersnoetje had, ronde wangen en een opwippend bovenlipje. Hij vond Doortje anders altijd allerliefst, maar nu.... ocho...... 'n goedig kindje, onbeduidend.
Alles was vandaag verkeerd gegaan; iedereen zag donker; haar vader had onaangenaamheden in zijn beroep gehad; tante had zich geërgerd, omdat Doortje de staldeur niet gesloten had, waarachter de hen met hare kiekens verblijf hield, die nu in den regen buiten waren: iets, dat streng verboden was; de kleine diertjes zouden nu allen omkomen, voorspelde zij; de oogen verdraaiden reeds.
Hem dus terstond naar 't kasteel te geleiden, zou verreweg het beste zijn, en hoewel de jongelieden liever soamen noar huus hadden gekuierd, zoo oordeelden zij toch de kleine scheiding noodzakelijk en ging Frerik den jonker wegbrengen, terwijl Doortje den ouden man omtrent het lange uitblijven zou gaan geruststellen.
Doortje was erg beknord en liep met roodgeweende oogen door het huis; en tot overvloed van smart was de jonge heer Selldorf gekomen, die bij haar vader in de zaak zou werkzaam zijn, en had met de familie het middagmaal gehouden.
"Goejen dag," zegt ook Alfred, en mede opstaande vertrekt hij met zijn vader, die hem buiten de woning de hand drukt en over het geval nooit meer zal spreken. Wessels de oude, en Wessels de jonge, waren als Doortje, door het voorgevallene zóó verbluft dat ze elkander een geruimen tijd verbaasd bleven aanstaren.
Nu Doortje een zoo schitterende overwinning behaald had, en den jonker daar zoo ellendig liggen zag, nu kwam haar medelijdende aard toch boven, en de beurs naast hem werpende, zeide zij: "Zie zoo, nou hei'j genog; nou ku'j goan, moar a'j mien ooit weer oan 't lief komt, dan zu'j 't nog anders vuulen!"
"A zoo lief kind! wat is er?" zei de jonker, vriendelijk knikkende. Doortje, die nooit tot zoo'n edel mins gesproken had, vond het veuls te gek, om hum maar glad-af jonker te nuumen en antwoordde aarzelend: "Och mienheer de jonker, of Bart ook hier is?" De jonker glimlachte, en zei "Maar kindlief ik weet niet van wien je spreekt?" "Van Bart die bij zien grootvoader t' huus is," hernam Doortje.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek