United States or Czechia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Den Haag, 22 Jan. 66. Aan den WelEd. Z.Gel. Heer Dr. S. Sr. Coronel. Geachte Heer! Ontvang mijn vriendelijken dank dat gij naar aanleiding van mijne regelen in den Spectator, nog eens de belangen der arme fabriekskinderen hebt ter sprake gebracht. Mij dunkt wij zijn het volkomen eens. Men moet geduld hebben ofschoon het moeite kost.

Vol als de maan, en rood, of liever bruin, als ja, als een bruin boerengezicht. Trijntje, die denkelijk achterin ligt, daar zoudt gij zeker medelijden mee hebben. "'t Vel over de butjes," zeggen zij die haar kennen, "en zoo gêl, als 't eier-door van 'en kiep, die niks as achterwurp kriegt." Janboer heeft zeker de blauwe pluimmuts op, en Trijntje de nachtelijke floddermuts.

Frerik zag in, dat het er nou op oan kwiem, um, zoo neudig, Doortjes recht te verdeidigen; en Doortje bemerkte met schrik, dat de jonker blauw en bont in 't gezicht, en 't linkeroog zoo gêl as saffroan was. Juist wilde zij, daar een hoog rood hare wangen kleurde, zich ongemerkt verwijderen, toen de woorden van den baron: "Blijf, meisje!" haar dien aftocht belette.

De voornaamste uitkomsten van het wetenschappelijk onderzoek zijn hier zoo beknopt mogelijk samengevat, voorzoover noodig is om de Nederlandsche ridder-poëzie beter te begrijpen. Wat nog ontbreekt, zal verderop zijne plaats vinden. Ik volgde vooral NYROP en de auteurs in PETIT DE JULEVILLE'S Histoire, I, 49-344. H. ZIMMER in Gött. gel.

«Gij zult de gekheid toch niet begaan mij deze kwitantie te laten behouden zonder het geld te nemen..... Maar luister, Spinael, de blijdschap vervoert mij; laat ons ernstiger spreken. Ik ben rijk; mijn eenig kind Siska kan geen gebrek lijden, indien zij het niet zoekt; onze winkel is jaarlijks eenige duizenden waard: wij bezitten eigendommen en liggend gel. Wat zijn die duizend guldens voor mij?

Op eens hoorde ik iemand toeroepen: Allahy sewersin! Daha uzak, daha uzak jüz. Orada tschukurlur. Schurada gel! Om Godswil! Zwem verder, verder! Daar zijn groeven. Kom hierheen! Men had, bij het ophoogen van den dam, den nabij liggenden grond gebruikt, waardoor natuurlijk diepten en groeven waren ontstaan, boven welke ik mij bevond.

Geloof mij inmiddels met de meeste hoogachting te zijn: WelEd. Zeer. Gel. Heer, 12 Febr. 1866. Uw. Dw. Dienaar. Mijnheer de Spectator! Vergun mij u iets mee te deelen. Omdat gij er nog niet van gesproken hebt vermoed ik dat het u òf onbekend òf althans slechts bij geruchte zal bekend zijn. Natuurlijk kent gij Dantes Divina Commedia.