Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


O! 't ruischen van het ranke riet! hoe menig mensch aanschouwt u niet en hoort uw' zingend' harmonij, doch luistert niet en gaat voorbij! voorbij alwaar hem 't herte jaagt, voorbij waar klinkend goud hem plaagt; maar uw geluid verstaat hij niet, o mijn beminde ruischend riet! Nochtans, o ruischend ranke riet, uw stem is zoo verachtlijk niet!

Spreek, aardworm, sprak de engel tot den keizer. Heer, antwoordde Karel met verlegene stem, gezalfd door de hand uwer priesteren, werd ik koning van Castilië, keizer van Duitschland en Roomsch koning gewijd. Steeds nam ik de instandhouding van de macht, die van U komt, ter herte, en ik ging de ketterije te keer te vuur en te zweerd, met put en galg.

Och, ware ik ongevoelig en mijn herte een steen bedegen , wanneer de boosheid bijten komt van die mij toegenegen en dankbaar wezen moesten! ach! 't en is geen een verschenen, of, was er een, hij verre weg van hier is en verdwenen.

Al den druc ende den rouwe Dat hebbi mi alte male ghedaen, Dat sal u te quade vergaen; Want ict algader hebbe vernomen, Hoe die saken toe sijn comen: Ghi hebt die moert allene ghewracht, Mijn scone kint hebbi versmacht: Dat sal u seker costen dlijf. Ghi sijt wel dat quaeste wijf. Die nie ter wereld lijf ontfinc. De vrouwe: Och edel here, edel coninc, Hoe soudic dat vinden in mijn herte.

Mijn herte van groten scaemde beeft, Dat ic al dus hebbe ghevaren. De jonghe joncfrou Damiet: O Esmoreit, laet u mesbaren! Dies biddic u, edel wigant. Al waest dat u mijn vader vant, Dan werd u nemmermeer verweten. Met groten vrouden onghemeten Selen wi leven, ic ende ghi.

Dagen en nachten bracht Philippus tusschen zijne papieren en perkamenten door. Aan hen vertrouwde hij de gedachten van zijn ongevoelig herte. Daar hij nooit bemind had, maar ook wist dat niemand hem liefhad, wilde hij zelf zijn onmetelijk rijk bestieren, en de droefgeestige Atlas bukte onder den last. Weemoed en bovenmatige arbeid ondermijnden zijn zwak lichaam.

Sebastiaan boog zijn lijf naar haar, en deed een stap voorwaarts, en hief trage en bekoorlijk zijne armen op. Goeienavond, Goedele. Hij voelde zijn herte weggaan van hem. Hij voelde zich leeg worden en pluimlichte. Hij omvatte in de stille straling zijner liefde deze vrouw, die groot en schoon en beminnelijk was.

Perelen, die wij voor de verkens zullen smijten, sprak Stevenijne met wrok in het herte. Nu, dit ware zoo ongewoon niet: er zijn meer zeugen, die perelen dragen; laat ons drinken! antwoordde Uilenspiegel. Wat zoudt gij zeggen, vervolgde Stevenijne, als men u op de pijnbank legde en daarna uwe tong met een gloeiend ijzer doorboorde?

Ze jubelde en liet zich meegaan met den slag van haar driftig herte. Ameye was sprakeloos geworden. Hij stapte nevens haar en luisterde met gretigheid, seffens weer neerslachtig als er een korte stilte tusschen beide viel. Ze geraakten in de groote laan. Hij kocht van een leurend meisje een rankje hulstgroen met roode peerlen, en bood Goedele het takje aan. Voor de aardigheid, zei hij.

Ze verzinde dat de meidiertjes endelijk opvlogen, en 't was dan seffens een juichend handgeklap, een zot jubelen van al die keelkens.... Ze tuurde naar de zonnevlek langs Johannes zijn werkzame vingeren, en ze glimlachte vergenoegd. Zoo omleuterde de jonge Lente haar herte. Ze zei: Johan! Hij keek op, en zijn donkere oogen hadden elk een sterreken van het goede voorjaarslicht.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek