Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Hoe deerlijk zijt gij ook nu, boomen al, bedegen ; hoe schamel, die weleer des aardrijks, allerwegen, de schoonste waart! Daar valt er nog een blad; het wentelt, onder 't vallen, den alderlaatsten keer, en 't gaat de duizendtallen vervoegen thans: zoo zullen ze, een voor een, daarin de winden bliezen vol luider blijdzaamheid, nu tonge en taal verliezen, en zwijgen gansch.
Ge 'n weet niet, die, in stad gewend te wonen, maar Gods koorne en kent, wanneer het, brood bedegen , en voedzaam, u wordt voorgeleid, hoe heerlijk is de uitwendigheid van 't groene, langs de wegen. Van 't groen, dat hooge en leege groeit; van 't groen, dat in de weiden bloeit; van vogelvitse en krokke; van wegbree, murke en roozewied; van onderhave en retse en riet, van distel en van dokke .
Duister, zoo waren ze, een wijle geleên, vunzig, oneffen bedegen : deerlijk ontodderd en schamel, beneên 't vochtig gezijp van den regen. Blijde nu blinken ze, in 't zadgroene veld; schuren bedekkende en boeien: 'k zie mij zoo geren, in 't zonnengeweld, de oude roo dakpannen bloeien. 2 Geworden. 3 Uit de voegen.
Och, ware ik ongevoelig en mijn herte een steen bedegen , wanneer de boosheid bijten komt van die mij toegenegen en dankbaar wezen moesten! ach! 't en is geen een verschenen, of, was er een, hij verre weg van hier is en verdwenen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek