Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 mei 2025
In Fietje's herberg zette hij geen voet meer; 't Barontje, meneer François, Donckers, Schouwvlieghe en al de anderen groette hij niet meer; en wijl een dorpsheer toch een "stamenee" moet hebben waar hij zijn avonden doorbrengt, had hij dien verlegd naar 't vunzig herbergje van den vroegeren, door 't Barontje ontslagen veldwachter, die daardoor natuurlijk ook 's Barontje's onverzoenlijksten vijand was geworden.
Duister, zoo waren ze, een wijle geleên, vunzig, oneffen bedegen : deerlijk ontodderd en schamel, beneên 't vochtig gezijp van den regen. Blijde nu blinken ze, in 't zadgroene veld; schuren bedekkende en boeien: 'k zie mij zoo geren, in 't zonnengeweld, de oude roo dakpannen bloeien. 2 Geworden. 3 Uit de voegen.
Hij bracht er nog een schalksche aardigheid bij te pas: hij doopte zijn vunzig kroegje In de Auto en beweerde er vast op te mogen rekenen dat de drie heeren voortaan Fietje's herberg wel zouden verlaten om bij hem, als trouwe stamgasten, hun dagelijksche stamenee te komen houden. Intusschen scheen het wel of er langzamerhand iets in de wereld aan 't veranderen was.
Als je in zoo een akelige ontleedkamer of in een vunzig laboratorium dezen man vond liggen op een looden tafel met roode gootjes, waar het bloed in weg kan loopen, zoû je hem niet anders beschouwen dan als een prachtig sujet. Je zoû er je hand niet om verdraaien. Je zoû niet gelooven, dat je iets slechts deed.
Moeder ... och, moeder ... Sebastiaan ... is me vaak lijk een noodlottige figure, gaande in steenen stilzwijgendheid.... En gij nu nog vingert in een vunzig verleden.... Is zóo de wereld, zóo de menschelijkheid?... Ik weet niet meer, ik twijfel en ik lijd: ben ik abnormaal? Ze dwong stille haren arm los. Ben ik buiten nature, en gijlie te zaam, leeft gij waarachtig naar 't gebod van uw wezen?
Zoo wandelden de jongelieden, telkens als hun een vrije zaterdag-middag of een schoone zomer-avond gegund was, frisch er op los; ver langs de eenzame boorden van de Rotte, rondom de golvende, van wilgen en biezen omzoomde plassen, dwars door de velden naar een dorp in den omtrek samen zingend in den wind met den rietvink, kruiden lezend, sproken dichtend, droomen droomend, muziek vernemend en wonderen speurend, waar de zinnen van anderen niets zouden opgemerkt hebben dan kaalheid en platheid vunzig water en drassig veen.
In de eerste plaats wachte men zich waren te koopen, die in bedorven toestand verkeeren, zelfs al is het bederf in zoo'n geringen graad aanwezig, dat neus noch tong zich tegen het gebruik verzet. Alles wat ook in de geringste mate muf, verzuurd, vunzig of beschimmeld is, worde weggeworpen. In de tweede plaats zorge men voor het keukengereedschap, dat met de spijzen in aanraking komt.
Zij en voelde in de verte geen heimwee, geene aandoening daarom. Ze zou hier uitgaan en zou den dorpel met haastigheid vergeten. 't Was hier ook zoo leeg, zoo lustloos en vunzig.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek