Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
En als sy dit sagen, begonden te lagchen, gaepten dat men haer in de keel sien kon, soo dat het leek dat sy meenden, dat ik geen swarigheid van haer maekte; doch ik was heel anders in myn herte gesteld, als ik vertrouw dat sy meenden; wy raekten te met soo verre voort dat ik de boot sag leggen.
Och, ware ik als dat blomken is, in al mijn doen en laten, mijn zorgen, mijn bekommernis, in huis en achter straten: 't zij wat men doet of niet en doet, 't zij wat ik immer lijden moet, naar u, met herte en ziel, gericht, o alverzettend zonnelicht!
Hetgeen ik niet uitgeve en hebbe ik niet in, wie zal mij dat wijten te schanden? Mijn herte en mijn tale, mijn zede en mijn zin, 't is al zoo van buiten, 't is al zoo van bin': 't ligt alles daar bloot op mijn' handen!
Gij treft met uwen spits die eerst uit 's moeders schoot Beschouwden 's Hemels licht; eilaas! voor al de smerte En pijn, wats mijnen loon? niet dan 't doorschoten herte Van mijn verkoren bloed; ach! eer gij ooit verreest, Had beter 's moeders buik uw donker tomb geweest: Hoe is dus mijnen troost, hoe is dus mijnen roeme Op eenen nacht verwelkt, gelijk een dorre bloeme!
God miek het u, maakt dat God alleen kan zeggen: Dit herte is mijn, zoo zal het, en anders en zal 't, o neen, het uw' noch gelukkig zijn! Zoo zong hij, die lang en lusteloos gezeten had, eenen dag, wanneer hij, op de eerste lenteroos, het eerste fliefflodderken zag. 2 Gras. o Avond- noen- en morgenmate, ik vrij mij op uw' klank verlate, gewijde klok!
De vrouwe: Nu willen wi leven in vrouden groet Ende alle droefheit willen wi vergheten, Want met vrouden onghemeten Soe es mijn herte nu bevaen. De coninc: Esmoreit sone, nu laet ons gaen Ende laet ons met vrouden sijn.
We doen het geerne, we doen het geerne.... Maar laat ze trouwen, als 't u belieft. Ik heb al zooveel geleden voor Madeleen, van toen ze klein was en hare ouders had verloren. Ik heb ze opgebracht en ze leeft in mijn herte. Laat ze nu trouwen, laat ze haar eer hebben, die 'k zoo jaloersch hebbe bewaard. Laat ons hier weggaan, uit dees open huis, en laat Wiezeken later een naam dragen ... niet waar?
Goedele heur herte deed ineens sterkelijk zeer en een pijnlijke aandoening stropte vaste in haar kele. Ze wou zeggen: 't Slaapt.... Romaan hoorde den klank wegfluisteren op hare lippen en lachte: Hee! slapen.... Madeleen bad dat hij nu zou in de keuken gaan en een ei zuipen, en Goedele deed mee om hem daartoe te bewegen.
Het is goed dat ge dat meevoelt. Hij stamelde, heel week wordend: Ja, het is goed ... het is goed.... Hij maakte ervan, zonder goed in te zien, een groot ongeluk, en zijn herte was er vol mee. Hij probeerde aan het kindje te denken, dat hij nooit gezien had, en aan Madeleen, die hij nooit gezien had. Hij dierf dat nu doen, in de aanwezigheid van Goedele en buiten 't bereik van zijne vrouw.
Zijn al te jeugdig herte, was 't antwoord van Soetkin. In dien tijd genas Katelijne, met kruiden, een os, drie schapen en een verken toebehoorende aan Speelman, doch de koe van Jan Beloen kon ze niet genezen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek