United States or Myanmar ? Vote for the TOP Country of the Week !


God miek het u, maakt dat God alleen kan zeggen: Dit herte is mijn, zoo zal het, en anders en zal 't, o neen, het uw' noch gelukkig zijn! Zoo zong hij, die lang en lusteloos gezeten had, eenen dag, wanneer hij, op de eerste lenteroos, het eerste fliefflodderken zag. 2 Gras. o Avond- noen- en morgenmate, ik vrij mij op uw' klank verlate, gewijde klok!

De winkels waren gesloten, de straten leeg van menschen, een enkele verlate kerkganger repte zich over het smalle trottoir. Op de markt bruiste, komend uit een der nauwe straatjes die op haar toeloopen, krachtig, helder koorgezang mij tegen.

Toen gaf de valsche ridder Macharis zichzelf gewonnen. "Jongeling! ik heb den slag verloren zeg mij uwen naam. "Ik ben Helias de zoon van den edelen koning Oriant en de in haar leven zoo getrouwe koningin Beatrijs en ik wil zien, hoe gij zult sterven, vóór ik deze plaats verlate. Wacht uwen dood, verrader."

"Hij is edelmoedig, al te edelmoedig zelfs," zeide Madzy; "maar ik wil hem niet langer tot last verstrekken. Het is tijd, dat ik dit huis verlate. Nog heden wil ik hem mijn besluit mededeelen."

De goddelooze verlate zijnen weg, en de ongerechtige man zijne gedachten; en hij bekeere zich tot den Heere, zoo zal Hij zich zijner ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk. Jesaja 55:7. Er is tweeërlei soort van weg. Een weg, waar onze voet op gaat, en een weg, waarlangs onze gedachten wandelen.

«Ik begrijp u,» riep Spinael met bewondering uit, «maar ik zal het niet lijden. Genoeg gelukkig ben ik, te zien dat er nog een mensch is, die mij zijner hulp waardig acht. Laat mij vertrekken, Van Roosemael, ik zal werken als een slaaf; en, kan ik alles, wat ik schuldig ben, toch niet betalen, voordat ik de wereld verlate, zoo zal de goede wil mij niet ontbroken hebben.

Poog diensvolgens uwen geest in zulke spanning te brengen, dat hij door dit zelf magnetismus om zoo te zeggen uw lichaam verlate en zich vermenge met de onstoffelijke wezens, die de lucht vervullen. Zoo is het wel; verroer u niet meer, blijf zwijgend en, wat er ook geschiede, keer uw gezicht niet van het doodshoofd af, noch uw gepeins noch uwen wil van het doel dezer proeve. Stil nu!"

Heb medelijden met dijne arme zuster, neem ze van haren stengel, dat zij u nimmer verlate! HET MEISJE: zij plukt de bloem en steekt ze op hare borst. Blijf op mijne borst, lieve bloeme, en moges du lang zoo frisch en zoo bekorend prijken.... Maar, wat onbekend vuur zinkt er in mijnen boezem!... Roze, dijne doornen wonden mij! HET BEEKJE, waaruit de duivel spreekt.

Liet Mozes niet de vrouwen en kinderen der oproerigen tegen God met den zwaarde dooden?.... Doch genoeg! ook dat dwaas gevoel van valsche menschlievendheid moet en zult gij overmeesteren: en thans vaarwel: de haan heeft reeds ten tweedenmale gekraaid: men bereidt alles tot den aftocht; het is tijd dat ik u verlate;.... doch gij schijnt verlegen.... hebt gij mij nog iets te vragen?.... zoo maak het kort."

Wie zich van dat oude Mons eene voorstelling wil maken, die verlate de moderne buurten, hier volmaakt even eentonig en karakterloos als overal elders, en richte zijne schreden naar de binnenstad, met haar smalle, bochtige, kromme straten, die zich in zoo schilderachtige wanorde dooreenslingeren, tegen een vrij steilen heuvel, waarop het Kasteel troont, omhoog klauteren, en met haar ouderwetsche geveltjes en haar bijna onmogelijk plaveisel van scherpe keien, die eer voor geiten en muilezels geschikt schijnen, een beeld vertoonen van den ouden tijd.