United States or Angola ? Vote for the TOP Country of the Week !


Die kroon is het beeld Gods, waarnaar ze geschapen waren; waaraan ze ontvielen; waarin ze hersteld wierden, en dat dan in zuiverheid uitstralend, naar het woord van Jesaja, in wezenlijken zin, hun de Heere zelf tot een kroon der sierlijkheid op het hoofd zal zijn. Neen, hier wordt die kroon nog niet gezien.

En nu, zoo is ook uw hart, en daarom betaamt ook u zoo het uiterste der voorzichtigheid. Of erger nog, eens komt de ure, dat al uw voorzichtigheid u niet meer baten zal. Die ure, waarvan Jesaja roept, dat vlas en vonk zal branden, en dat er niemand is, die blusschen kan. De vreeslijke ure van het »onuitblusschelijk vuur«, dat eeuwige vuur in de buitenste duisternis.

Of ook, ze verleidt u tot slordigheid, onreinheid en achteloosheid! Op zichzelf een wereld vol zonde, waarvan de vernielende kracht nauwlijks te berekenen valt. Lees maar, hoe de Heere in Jesaja 3 dat misbruik in de wereld der kleeding bij den man en de vrouw van Jeruzalem aantastte.

Daarvan zegt Jesaja: »Mijn ziel heeft U begeerd in den nacht, en in den morgenstond zal ik U vroeg zoekenDaarvan zegt de Psalmist: »Heere! voor U is al mijn begeerteDaarvan getuigt de Spreukendichter: »De begeerte der rechtvaardigen is alleenlijk het goedeEn daarvan durft de zanger in Psalm 27:4 betuigen: »Eén ding heb ik van den Heere begeerd, dat zal ik zoeken, dat ik alle dagen wonen mocht in de tente des Heeren

Ik weet, dat gij ze gelooft, evenals uwe ouders. Esther, geef mij het boek van den profeet Jesaja. Met luide stem las hij: Het volk, dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien, en die gezeten waren in het land der schaduwen des doods, dengenen is een licht opgegaan.

Daarom heet het bij Jesaja: »Ik schep de vrucht der lippen, vrede dengenen, die verre, en vrede dengenen, die nabij zijn, spreekt de HEERE«; jubelt de psalmist van den Middelaar: »Genade is uitgestort op uwe lippen«; roemt het volk bij Hosea: »Heere! wij zullen U betalen de varren onzer lippen«; en dankt David na zijn uitredding: »Mijn mond zal U roemen, o, mijn God! met vroolijk zingende lippen

Nu blijve de vraag hier onbeslist, wat stof hier met dat kristallijn bedoeld is. Jesaja schreef Kadkood. En nu zegt de een, dat dit kristal, de ander, dat dit een robijn, een derde, dat dit een karbonkel of agaat aanduidt.

De goddelooze verlate zijnen weg, en de ongerechtige man zijne gedachten; en hij bekeere zich tot den Heere, zoo zal Hij zich zijner ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk. Jesaja 55:7. Er is tweeërlei soort van weg. Een weg, waar onze voet op gaat, en een weg, waarlangs onze gedachten wandelen.

Zoo dom en zoo onnoozel, zoo sulachtig, dat men er alles meê doen kan! Maar ik weet ook, dat dit in Gods heilig Woord gansch anders uitkomt. Daar heeten de bokken die fiere, trotsche, speelsche koningen en machtigen, die in onderdrukking lust hadden. »Al de bokken der aarde«, zooals ze in Jesaja 14 heeten.

Gij weet, hoe het Boek van Jeremia begint: "De woorden van Jeremia, den zoon van Hilkia, uit de Priesteren, die te Anatoth waren, in het land van Benjamin". Verleden jaar ben ik door Anatoth gekomen, op weg naar het water en naar den waterval van Aïn Fara. Jeremia. Het was de Profeet, dien ik vreesde. Jesaja, de milde, lichtere. Maar dit jaar is Jeremia mij vertrouwder geworden.