Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
Daarom heet het bij Jesaja: »Ik schep de vrucht der lippen, vrede dengenen, die verre, en vrede dengenen, die nabij zijn, spreekt de HEERE«; jubelt de psalmist van den Middelaar: »Genade is uitgestort op uwe lippen«; roemt het volk bij Hosea: »Heere! wij zullen U betalen de varren onzer lippen«; en dankt David na zijn uitredding: »Mijn mond zal U roemen, o, mijn God! met vroolijk zingende lippen!«
Wel moge ik met den Psalmist uitroepen, wat hij in den honderd-twee-en-twintigsten Psalm zingt: Binnen uw mueren woonen sal Liefde, vrede met eenigheyt; De huysen en paleysen breydt Sijn vol van Gods segeningh al." "Amen!" zeide Reede, den hoed afnemende. "Nu, ik hoop, dat wij van dezen zomer nadere kennis zullen maken.... Maar zeg eens liefste! gij hebt ons kind laten doopen, nietwaar?"
Je brengt waarachtig geen gezicht voor een bruiloft mede." "Ik heb dezen nacht in ontroering en kwelling des geestes doorgebracht," antwoordde Raesfelt. "Het was met mij als de Psalmist zegt, Ps. 77: Al hebb' ik van gantscher herten Gebeden in anghst en smerten, Soo blijft doch mijn hert eenpaer Vol benauwtheit en anghst swaer.
De palmboom is onder de boomen der aarde de voor uw oog geteekende kroondrager. En nu, de Psalmist jubelt het u immers toe: »De rechtvaardige zal in de voorhoven onzes Gods als een palmboom bloeien!« Drieërlei kroon kan uw hoofd sieren, en sieren met eere. Reeds hier op aarde een kroon en krans door de dankbare toewijding van hen, dien ge weldeedt, u op het hoofd gedrukt.
Stop uwe ooren voor de gebeden der omstanders. Luister niet naar de betweters die meenen dat schoppen en trappen en òm zich slaan, de eerste natuurlyke uitspanning is van ons geslacht. Speld toe, Baker, speld toe! Er staat geschreven dat Gy Baker zyt, en Baker blyven zult... baker dus het menschdom tot het einde der eeuwen. "Gloei eeuwig door zooals de psalmist zegt,
Blijf ik mijn roeping trouw Gods Trouw ook blijft: Mijn toekomst ligt voor 's Meesters oogen open. Wat het hart van den jongeling tot den psalmist zeide. Zing niet jammrend, dat het leven Als een leêge droom verdwijnt! Dood is elke ziel die sluimert; 't Leven is niet wat het schijnt. Ernst is 't leven! 't Weert de leugen, Die in 't graf den grenspaal ziet.
En als de klier van dat booze gift onder de lippen van den zondaar openberst, dan spuwt hij gif, en dan spat om hem heen de nijd, en de laster, en de achterklap, en de oorblazing, en de krenkende, de smadende, de schimpende, de scheldende taal. Dan is het, zegt de psalmist, of er zwaarden uit die lippen uitglippen, en alsof de booze mensch zich inspant, om zijn naaste in zijn hart te snijden.
Joan drukte hem met warmte nogmaals de hand en verzekerde hem van zijn blijdschap, dat Dominee althans hem niet vergat, 't geen hem tot een blijk strekte, dat hij zich nog niet als geheel ongelukkig moest beschouwen. "Geheel ongelukkig!" herhaalde Raesfelt: "en wie leeft er op aarde, die zich alzoo durft noemen? Het zal met u zijn, gelijk de Psalmist zegt: De stricken des Doods hadden mij omvaên.
»En nu willen wij nog eens den lof des Heeren bezingen, Daniël," ging zij voort, »voor de genade, aan mij, een arme zondares, bewezen, en gij moogt ook meezingen, want wat zegt de Psalmist van den zwarte, Daniël?"
De Psalmist zelf gaat er in voor: »Heere! verlos mij van het ongoedertieren volk!« En wee u, zoo ge er ongevoelig voor wordt, en zoo uw ziel er zich tegen afstompt! Maar wat niet mag, is, dat ge er bitter tegen in zoudt worden. Wat zonde voor God zou zijn, is, als ge er zelf ongoedertieren door wierdt, om leedvermaak in de smarten dier boozen te hebben.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek