Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juli 2025
Daarom heet het bij Jesaja: »Ik schep de vrucht der lippen, vrede dengenen, die verre, en vrede dengenen, die nabij zijn, spreekt de HEERE«; jubelt de psalmist van den Middelaar: »Genade is uitgestort op uwe lippen«; roemt het volk bij Hosea: »Heere! wij zullen U betalen de varren onzer lippen«; en dankt David na zijn uitredding: »Mijn mond zal U roemen, o, mijn God! met vroolijk zingende lippen!«
Op de schoone steden door Herodes in Romeinschen trant gebouwd, vooral op Sepphoris en Tiberias, waren zij zeer trotsch en droegen voor den bouw naar vermogen bij. Mannen uit alle oorden der wereld hadden hunnen woonstede onder hen en leefden er in vrede. Tot roem van den Hebreeuwschen naam brachten zij dichters en profeten voort, met name den zanger van het hooglied en Hosea.
Die mannen uit Israel, op wie Hosea in Jehovahs naam dat brandmerk van »kaf op den dorschvloer« zette, waren dan ook nog aanbidders van Jehovah, alleen, ze dienden er den Baäl bij. Wel den Heere dienen,.... maar een aantrekkelijken afgod er bij. Gedeelde harten; gesplitste zielen; tweeslachtige en daarom huichelachtige naturen. Neen, niet Jehovah geheel verlaten. Jehovah óok.
Daarom zullen zij zijn als eene morgenwolk, en als een vroeg komende dauw, die henengaat; als kaf van den dorschvloer, en als rook uit den schoorsteen wordt weggestormd. Hosea 13:3. Er ligt een onbeschrijflijk diepe ernst in dat zeggen der Schrift, dat een mensch, die Jezus niet toebehoort, als kaf op den dorschvloer is. Kaf is niet onnut, vuil, noch weg te vagen stof.
Toen de Heere bij Hosea van dat »kaf op den dorschvloer« sprak, gold zijn zieldoordringend woord dan ook niet den Kanaäniet, noch den Tyriër, maar Israel. Lieden, die het bondszegel droegen, gesproten uit Abraham, en die bij Dans en Bethels altaren nog zeer vromelijk voor den Heere Jehovah op de knieën vielen, ook al symboliseerden ze Hem in een miniatuur-rund van goud.
En dan eerst, als aller oog voor het gevaar van dat verkeerde kind geopend, en de liefde om het te herwinnen, ontvlamd is, dán kan het verkeer weer vrij en open zijn. Dan bant zulk een éenig zondaar den Heere niet langer, maar komt de naam des Heeren over hem. En Ik zal wegrukken ~mijn~ wol en ~mijn~ vlas, dienende om haar naaktheid te dekken. Hosea 2:8.
Bijna alle stof voor het kleed, waarmeê de mensch zich dekt en opschikt, is saamgevat in wat de Heere bij Hosea roept: »Mijn wol en mijn vlas!« De wol als saamvatting van alle stof, die ons uit het rijk der dieren toekomt; het vlas als aanduiding van al wat we voor kleeding nemen uit het rijk der planten.
En van dat alles nu zegt God de Heere bij Hosea: »Dit alles is mijn wol en mijn vlas, dat Ik u schenk, om uw naaktheid te dekken.« Gij, nietige mensch in uw naaktheid, kunt geen enkel haar wol op het lam, geen enkele vlok vlas op het land laten groeien. Ik, de Heere, doe alle deze dingen.
Op walglijke wijze stelt de profeet Hosea het zedenbederf van Ninivé ten toon en richt zich daarna telkens tot de Londenaars met de verklaring, dat zij veel boozer zijn, dan de inwoners van Ninivé ooit waren.
Het eerst bezweek het rijk Israël, welks bewoners door zedeloosheid zeer waren verzwakt. De laatste koning, #Hosea#, werd in 721 v. C. door #Salmanasser#, koning van Assyrië, overwonnen. Het rijk Juda bleef langer bestaan, maar verloor toch ook in 586 v. C. zijne onafhankelijkheid; de laatste koning #Zedekia# werd door Nebucadnezar overwonnen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek