Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


Zooals wanneer opeens de zonneschijn Door ’t zwart der breede wolken heen komt breken, En schittert in de tranen, die er leken Van blad en bloem, als vloeiend kristallijn, Zoó, dat het weenen lachen schijnt te zijn: Zoo is, wat mij ontstemt, opeens geweken, Mathilde! ontsluit úw mond zich om te spreken, En doolt een glimlach om uw lippen, fijn:

En door den blanken nevel op hun kruin Weêrblinkt een Stad, uit kristallijn gebouwd, Met torens en paleizen, heerlijk schoon. En van die hoogte vloeit een water neêr, Geen stortvloed maar een zachtbewogen meir: Niet bruischend, maar met zoeten zilvertoon Gelijk muziek voortgolvend naar beneên.

Nu blijve de vraag hier onbeslist, wat stof hier met dat kristallijn bedoeld is. Jesaja schreef Kadkood. En nu zegt de een, dat dit kristal, de ander, dat dit een robijn, een derde, dat dit een karbonkel of agaat aanduidt.

Het treft intusschen merkwaardig, dat van de twee groote eilanden, die het Beagle-kanaal van het overige deel van Vuurland afsnijdt, het eene klippen heeft, bestaande uit eene stof die men gelaagd alluvium zou kunnen noemen, en overeenkomende met die aan de overzijde van het kanaal, terwijl het andere eiland uitsluitend door oud kristallijn gesteente begrensd wordt.

Met gebloemt van de kou, met sneeuwgeontblader, met dons van rijp en met briljanten van ijs, kom ik u dekken, zal ik u strekken in mijn doodenpaleis. Daar is 't gewulf van blauw kristallijn, en dáar zullen sterren en doodsvlammen zijn.... Wat was dat? Neen, deze maal bedroog ik mij niet.

Nog zijt gij blank als kristallijn; Nog vonkelt ge in den zonneschijn; Nog tooit uw oeverriet zijn pluim Met vlokken van uw zilverschuim; Nog siert u, even teêr en blauw, 't Viooltjen in den morgendauw; Nog dobbert ginder, groen en versch, Schier wortelloos, de waterkers; En vroolijk kweelt de vooglenschaar, Nog even als voor twintig jaar!

Daar, waar het blozen troont, voel ik een gloeien, Als ik aanbiddend staar naar ’t kristallijn Van ’t blauwe diep der oogen, die mij boeien. Wat hand of hart bezat, is niet meer mijn, ’t Veelvuldig lied is ú, dat gij hoort vloeien: „Uw roeping is, zooals gij zijt, te zijn.”

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek