Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juli 2025
»God heeft één ding gesproken, ik heb dit tweemaal, d.i., ik heb dit goed en terdege gehoord: dat de sterkte Godes is". En niet alleen de sterkte is des Heeren. Buig u aanbiddend neder, o mijne ziel, des Heeren sterkte is onafscheidelijk verbonden met Zijne goedertierenheid. Heerlijke gedachte!
O, mijne lieven, laat ons de goedheid en wijsheid van den grooten God aanbiddend prijzen, wanneer wij des morgens of in eenen avondstond Zijne natuur in de Bloeimaand doorwandelen, wanneer het gezang van den leeuwerik uit de helderblaauwe lucht, het lied van den nachtegaal, die op een bloeijend takje kwinkeleert, ons door het oor in het hart dringen.
Als hij zich oprichtte ontwaarde hij alom in zachtbewogen windgewarrel een eindelooze bladerenmenigte, die geen gezichteinder had dan de zonnig blauwe lucht. De eenzaamheid was hier grooter dan in de bergen. Hij voelde een neiging om niet verder te gaan, om stil te houden en in 't zwellend genot van 't oogenblik die lieve vrouw vóór hem aanbiddend te streelen.
Hij troonde in de wolken, en de schare zag aanbiddend op naar zijne voetzolen: maar deze verheven personage had zich nu ook met aardsche dingen niet te bemoeien, en deze aangebeden monarch had zich zorgvuldig te onthouden van alle inmenging, van alle persoonlijke tusschenkomst in regeeringszaken.
Daar, waar het blozen troont, voel ik een gloeien, Als ik aanbiddend staar naar ’t kristallijn Van ’t blauwe diep der oogen, die mij boeien. Wat hand of hart bezat, is niet meer mijn, ’t Veelvuldig lied is ú, dat gij hoort vloeien: „Uw roeping is, zooals gij zijt, te zijn.”
Maar 't zondige geslacht Der aarde onteert uw naam door schuldige euveldaden. Genadige! Zie neêr: zie ons in tranen baden! Ons! afgevallen ons! van U verwijderd kroost, Maar in uw heilbelofte, in al uw wil, getroost. Aanbiddend buigen wy, en kussen alle slagen Der hand, wier roede ons treft; want Gy geeft ze ons te dragen. Ja, tref ons, Vader! tref, doorgrief 't verdorven hart!
Er is in deze bovenaardsche, onbewogen, zich zelf bewuste, ideale schoonheid toch iets huiveringwekkends; uit die trekken hoe heerlijk ze wezen mogen spreekt geen hart; wij voelen het, tusschen dien Zeus Olympios en ons, arme, zwoegende, worstelende stervelingen, is weinig of niets gemeens; wij kunnen bewonderend, aanbiddend, huiverend van eerbied tot hem opzien: maar hij, zal hij zich in zijn olympische rust ooit laten storen, om zich tot ons neder te buigen?
Als hij het bed van de koningin bereikt »buigt hij zich eerst aanbiddend neder, want hij gelooft in geen heilig lichaam zoals aan het hare" men ziet hoe blasfemies de liefde kan zijn en na een nacht vol, gelijk de auteur het mysties uitdrukt, van een soort wellust »die nooit zijns gelijke heeft gehad en die ik mijn leven lang zal verzwijgen", na zulk een liefdenacht staat hij op, terwijl de koningin nog slaapt, maar voor hij weg sluipt, »valt hij eerst nog weer voor het bed op zijn knie; hij voelt zich geheel als een martelaar en hij doet als bevond hij zich voor een altaar". Het pathologiese element waar wij in de knielende onderwerping der troubadours aan de vrouw reeds de eerste sporen van tegen zijn gekomen, is hier bijna onguur van perversiteit geworden.
Zij zag naar het noorden en het zuiden en het oosten en het westen, en zij zag naar omhoog door het hemelgewelf, en waar zij haar oogen wendde, verdween de duisternis, hield de droefheid op en uit het verdorvene ontstond het reine. Terwijl ik aanbiddend op dit heerlijk schouwspel staarde, sprak de zee weer, ditmaal ongevraagd: "'in duisternis hebt gij licht gevonden, zoek wijsheid in den dood.
Nimmer sprak hij eigener beweging van zijn lijden en hoe strakker de snaren zijner smarten gespannen werden, des te meer melodieus en des te liefelijker waren de zangen van aanbiddend geloof en roemende genade voor familie of vrienden, door de schrijfstift aan het papier toevertrouwd, of in de achtereenvolgende brieven aan zijn gemeente te Leiden toegezonden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek