Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 mei 2025
"Om te beginnen, Ned, dienen we een van beiden aan het roer te gaan, want de schuit dobbert al aardig op goed geluk rond." "Je hebt gelijk," antwoordde Gascoigne, "en daar ik beter sturen kan dan jij, zal ik dat maar op me nemen." Gascoigne vatte nu de roerpen ter hand, loefde bij den wind op en hervatte het gesprek.
't Orkest martelt den deun van Sei nicht böse en 'n veldartillerist zet den dans in. Z'n roode pluimpje dobbert op z'n schuinhangende muts. Z'n rooie vleeschhand plakt om 't uitzwiepend corset van 'n boerenmeissie van zestien jaar met 'n mopsneus en goudgeel, loshangend wolhaar. D'r rokken gieren straks weg. D'r rooie kousen spillen in d'r bottines. Roem-roem-roem-roem.
Het schijnt wel dat zij er op uit is tot zich te trekken de onbestendige, onbesliste menigte van Protestanten uit het Nederlandsch Hervormd Kerkgenootschap, die tusschen rechts en links heen en weder dobbert en de leer van Bronsveld of van het rationalistisch liberalisme heeft laten varen, maar toch niet er aan denkt om zich aan de trotsche en meer gebiedende leiding van Dr.
Toch, hoewel de zaak nu tamelijk goed ging, was iemand als Iwan, op dat oogenblik, voor het klooster een waar godsgeschenk: want de reis naar Solowetsk is juist niet een pleiziertochtje; en de vroomste pelgrim, ja, de archimandriet zelf, vindt het wel zoo geruststellend, als hij op de Witte-zee dobbert, dat de bescherming der heiligen hem zichtbaar verleend wordt door tusschenkomst van een kloek en ervaren zeeman.
Elders steekt echter nog de top van een hooischelf of van een rietklamp boven de golvenwereld uit; op sommige ervan zijn eenige taai-levende katten aan het verwilderen. In een tobbe drijft een verhongerde foxhond rond. Op een stuk brug, dat over de baren dobbert, zitten zwermen musschen angstig bijeen.
Daar God mij hielp, ben ik over het ijs gegaan; want zij waren achter mij vlak achter mij en er was geen andere weg." "O, Mevrouw!" riep Cudjoe nu uit. "Het ijs is geheel aan schotsen gebroken, en dobbert op en neer op het water." "Dat weet ik wel," hervatte zij met eenige woestheid. "Maar ik deed het toch. Ik dacht niet, dat ik er over zou komen; maar daar gaf ik niet om.
Naar het Westen toe worden zij al nieuwer. Daar is de steiger, daar is de lange rij Chineesche winkeltjes, waar, als een trottoir een brug van drie planken langs loopt: wankelliggende stammen worden het op het eind; een ijl leuninkje staat er onzeker tegen aan. Een geheele vloot prauwen, aan één kant maar gevlerkt en met een geweldig matten zeil op, dobbert rondom den steiger.
Van 's morgen 8 tot 's avonds 10 uur dobbert men dan op het 280 K.M. in oppervlakte bestaande zeetje, waarvan de oevers steeds aan beide zijden in de verte zichtbaar blijven. De zachtglooiende hellingen, die de Zweden met trots bergen noemen, bevatten overal dun begroeide berken- of dennenbosschen, waartusschen de altijd donkerrood geverfde houten woningen een kleurig effect maken.
Nog zijt gij blank als kristallijn; Nog vonkelt ge in den zonneschijn; Nog tooit uw oeverriet zijn pluim Met vlokken van uw zilverschuim; Nog siert u, even teêr en blauw, 't Viooltjen in den morgendauw; Nog dobbert ginder, groen en versch, Schier wortelloos, de waterkers; En vroolijk kweelt de vooglenschaar, Nog even als voor twintig jaar!
Zoo rechtop uit de zee, dat de wortels, blootgespoeld, hangen in de branding, klimt een woud langs de steile helling. Veel laurierboomen groeien er in. De lucht om de hutjes is bitter van den fijn-prikkeligen geur. Over de wankele brugjes, die van de woningen naar den woudzoom gaan, loopen, rank-rechtop, donkere menschen. Er dobbert een prauw hier en daar, aan een paal gebonden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek