United States or Spain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij schudde haar hoofd.... neen, neen, zij wilde niet, zij wilde gelukkig zijn als vroeger, zij wilde van haar Otto houden, zooals toen, in de dennenbosschen... O, God, hield ze dan nu... niet meer van hem?

Maar nu daalden de kraaien neer, en op eens merkte hij, dat de groote mat onder hem de aarde was, bekleed met groene dennenbosschen en bruin, kaal loofhout, en dat de scheuren en gaten de blanke plassen en meertjes waren. Hij herinnerde zich hoe hij, toen hij voor 't eerst hoog in de lucht geweest was, had gevonden, dat de aarde in Skaane er uit zag als een geruit stuk goed.

In vroegere tijden heeft het Auerhoen ongetwijfeld alle groote, samenhangende wouden van Noord-Azië en Europa bewoond, thans is het in vele gewesten geheel uitgeroeid. Toch is zijn verbreidingsgebied nog altijd zeer uitgestrekt. Van Klein-Azië, Griekenland, de Cantabrische gebergten en de Pyreneën reikt het door Lapland tot de Noordelijke IJszee en oostwaarts door Rusland, tot Kamtschatka en China. In Engeland, Ierland, Nederland en Denemarken, voorts in Amerika, Afrika en Australië ontbreekt het Auerhoen geheel; zeer zeldzaam is het tegenwoordig in Opper-Italië, Frankrijk en België, overvloediger in de Duitsche, Oostenrijksch-Hongaarsche en Zwitsersche Alpen en in de Middelgebergten van deze landen, in de Balkanstaten, in Rumenië, in Schotland, het talrijkst in Noorwegen, Zweden, Europeesch en Aziatisch Rusland (met uitzondering van het zuidelijkst gedeelte van Europeesch Rusland en van den Kaukasus). Oorspronkelijk was het geen bewoner van het gebergte. De bebouwing van den grond heeft het echter, evenals verscheidene andere "Alpendieren", langzamerhand teruggedrongen naar de kalmere, boschrijke bergstreken; in Duitschland is zijn verblijf in de vlakte beperkt tot eenige weinige dennenbosschen (in de Lausitz op de Tucheler Heide), die het bijzonder gaarne bewoont. Het begeeft zich naar het noorden tot den 70en graad N.B. en naar boven tot een hoogte van 1500

Onmiddellijk tegenover mij had ik den Peiwarpas met de vele dennenbosschen, welke pas altijd bekend zal blijven als het tooneel van het groote gevecht, dat de emir Sjer Ali met zijn strijdkrachten leverde tegen de colonne van Sir Frederick Roberts.

Een oogenblik konden de reizigers de gebouwen der zilvermijnen van Konsberg, donker tegen den helderen achtergrond ontwaren. Daarna werd de gezichteinder door uitgebreide dennenbosschen beperkt, die zooveel schaduw gaven, dat het schier duister op den weg was, terwijl de dampkring daarbij heerlijk frisch was. Geen wonder, geen enkele zonnestraal vermocht dat dichte naaldloofdak te doordringen.

Rondom de vlakte, bergen en dennenbosschen; ten noorden rijst, hoog in de lucht, de kale kruin van den Erymanthes; ten zuiden schemert in de diepte, de vlakte, waardoor de Alpheios zich slingert als een zilveren lint, schitterend in de zonnestralen; aan den horizon eindelijk de donkerblauwe zee.

Ze hebben geen gebruinde tint, maar zien er blank en rose uit, als vrouwen uit het Noorden. De weg van Penmarch volgt eene zuidwestelijke richting, bestijgt een hoogte door de landes, door dennenbosschen en bouwland.

De lucht is er zuiver en droog, en vol van den heerlijken geur der dennenbosschen, en de temperatuur is er zeer gematigd. Verbazend veel Amerikanen komen zich hier metterwoon vestigen. Ik hoorde, dat in den laatsten tijd 3000 nieuwe bewoners naar deze streken waren verhuisd.

Van Chambon gaat het verder door het diepe dal van de Surain, overal met dennenbosschen bedekt, met groote slingers omhoog tot aan het gehucht Bressouleille. Ditmaal is het een gelukkig verschijnsel als de wandelaar wat moede wordt, want bij het rusten is de klimmer altijd geneigd om eens achteruit te zien hoe hoog hij al gekomen is; en juist achteruit zijn hier de heerlijkste vergezichten.

De door geleidelijke overgangen golvende bodem is kenmerkend voor het grootste deel der zandgronden van Noord-Brabant. Alleen een uitzondering maken hierop de zandverstuivingen, welke, hetzij nog in beweging, als de wind krachtig waait, hetzij vastgelegd door de dennenbosschen, zoo hier en daar te midden der heiden worden aangetroffen.