Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
Zij is deze: voor eenige dagen is aan "de Bril" een ruiter afgestapt, wiens kleed geruit was van zilver en lazuur, 's Graven hoflivrei, en die zich lang met den bewoner onderhield: deze is daarop uit de stad vertrokken en eenige dagen afwezig geweest, en na zijne terugkomst is al ras rondgefluisterd, dat Graaf Willem VI hem, den Amsterdamschen koopman, had benoemd tot Trezorier van Holland: en ofschoon nu iedereen erkent, dat niemand beter dan Willem Eggert bij machte zijn zal, den verwarden staat der geldmiddelen van de Graaflijkheid te herstellen, toch treurt ieder bij de gedachte, dat hij Amsterdam verlaten zal; want het is allen klaar, dat hij daar niet zal kunnen blijven wonen, en van daar de neerslachtigheid zijner bekenden, nu hij hun vermoeden daaromtrent bevestigd heeft.
Zij droegen de kilt, het korte rokje, geruit in de kleuren der clan, de muts met wapperende veeren, de plaid in heldere kleuren, met een gesp op den rechter schouder vastgehecht, en toen ik ze daar zoo kalm en ernstig zag loopen, meende ik, dat de tonen der bekende instrumenten in hun ziel de vriendelijke herinnering wakker riepen aan hun ver vaderland, en hun intieme, innige gewaarwordingen gaf.
De armen dragen haar over de naakte huid, de welgestelden dragen daaronder het vest en de breede broek der Arabieren; de rijken hebben prachtige kleedingstukken, geruit wit met blauw, waaronder zij een tweede haouly van gaas dragen, die uit wol met zijde doorweven bestaat en op een hemd, dat met gouden koortjes versierd is, gedragen wordt.
Alleen moet je voor mij een oude tondeldoos meenemen, die mijn grootmoeder vergeten heeft, toen zij de laatste maal beneden was.» «Welnu, bind het touw dan maar om mijn lijf vast!» zei de soldaat. «Hier is het,» zei de heks, «en hier is mijn blauw geruit voorschoot.»
"Frans," begint Pieter, terwijl hij zijn geruit boterhammenzakje opendoet om er den mondkost uit te halen en zijn kruikje met bier naast zich nederzet, "ik hoor, dat het van het jaar een mooie hofkermis zal zijn." "Ik heb het ook gehoord," antwoordt Frans met zijn mond vol brood. "Daar zal nog al wat singuliers te kijken zijn.
Moeders bont-boeselaar; in de boezelaars of voorschoten der Hollandsche vrouwen, wanneer zij fijn uitgedoscht waren, was voortijds eene uitgelezene pracht. De voorschoten waren bont, dat is, geruit, vooral met roode kleuren van verschillende diepte.
Ze deed niet zooals zoo vele juffertjes tegenwoordig, die 'n geruit papier koopen met prenten er op en dan mannetje aan mannetje natellen en nazoeken, nu 'n draadje van dit, en dan weer van dat, neen, 't was heel wat anders.
Ik geef je mijn blauw geruit voorschoot; dat kan je op den vloer neerleggen; ga dan spoedig heen en neem den hond, zet hem op mijn voorschoot neer, doe de kist open en neem zooveel geld, als je maar wilt: er zit louter koper in. Wil je liever zilver hebben, dan moet je de volgende kamer binnentreden. Maar daar zit een hond, die oogen heeft, zoo groot als molenraderen.
Toen begreep hij, dat de groote geruite doek de platte grond van Skaane was, waar hij nu over heen vloog. En hij begon te begrijpen waarom die er zoo geruit uitzag, en zoo veel kleuren had. De lichtgroene ruiten herkende hij het eerst; dat waren de roggeakkers, die in het vorige najaar bezaaid waren, en onder de sneeuw groen waren gebleven.
Kort vóórdat de verkooping begon, zag hij een kort, breed, grof gespierd man, met een geruit hemd, dat op de borst ver openhing, en met eene beslijkte versleten broek, zich met de ellebogen door het gedrang werken, gelijk iemand, die niemand ontziet die hem in den weg is. Zoo kwam hij naar de groep en begon deze systematisch te examineeren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek