Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
Midden op den vloer van die kamer staat eene groote kist, en op die kist zit een hond met een paar heel groote oogen, met oogen, zoo groot als een theeschoteltje. Maar je behoeft niet bang te wezen: ik geef je mijn blauw geruit schort mee. Als de hond dat ziet, weet hij wel, dat ik je gestuurd heb, en daarom zal hij je geen kwaad doen. Spreid het schort maar op den vloer uit en zet den hond er op.
Toen kwam ik hem tegen op den Boulevard du Nord in Brussel. Mijnheer was piekfijn, glad geschoren, een grijs hoedje, een goudgeel smal zijden dasje, een geruit overhemd, een gordel, een wit flanellen jasje met dunne blauwe streepjes, een witte linnen broek, van onderen onberispelijk omgestreken, bruine sokken met witte ruiten, lage schoenen. Hoe het ging? Patent. Wat hij daar deed?
't Veld was geruit, precies als in Skaane, en er waren veel kerken en hoeven. Maar er was dit verschil, dat hier meer weiden met boomen tusschen de velden lagen, en dan waren de hoeven niet in een kring gebouwd. En groote landgoederen met oude kasteelen, met torens voorzien en met uitgestrekte parken, waren er in het geheel niet.
Onder dat jasje droeg hij een blauw geruit boezeroentje, en op zijn hoofd eene pet, waarvan de klep gewoonlijk naar zijn rug wees. Dik was met zijn nieuwe pak bijzonder in zijn schik. Zoodra hij het aan had, stak hij zijne vuisten in zijne broekzakken, duwde ze zoover mogelijk van zijne beenen af, om er maar erg breed uit te zien, trok zijne klompen aan en stapte naar buiten.
"En hangen de overgebleven chinaasappelen aan de takken," juichte De Veer, die Hans' geruit sloop als 'n schippersdas om z'n hals had geknoopt. "Treuzel nu niet te lang," dreef Han, "'t wordt hier te vochtig voor de meisjes; kom Lize, doe jij ook je mantel aan, en gaan jullie wat krijgertje spelen, tot het graf klaar is." "De begrafenis begint; wie willen dragen?" schreeuwde Gerard.
De jongen kon niet laten te lachen, toen hij zag, hoe alles geruit was. Maar toen de wilde ganzen hem hoorden lachen, riepen ze als bestraffend: "Vruchtbaar en goed land! Vruchtbaar en goed land!" De jongen was al weer ernstig geworden: "Hoe kan jij nu lachen! Jij, wien 't allerergste is overkomen, wat een mensch gebeuren kan!" dacht hij.
Men kan zich gemakkelijk deze twee vrouwen voorstellen, die beide de zestig gepasseerd waren: Magloire, klein, dik, levendig; mejuffrouw Baptistine zachtaardig, mager, zwak, iets grooter dan haar broeder, gekleed in een puce-kleurig zijden japon, een modekleur van 1806, welke zij destijds te Parijs had gekocht en nog droeg. Om eene der gemeenzame zegswijzen te gebruiken, welke de verdienste hebben met een enkel woord het denkbeeld uit te drukken, dat een geheele bladzijde nauwelijks zou kunnen aanduiden, Magloire zag er uit als een boerin, en mejuffrouw Baptistine als een dame. Magloire droeg een wit geplooid mutsje, aan den hals een gouden kruis, het eenige vrouwelijke gouden sieraad, dat in het huis was, een helder wit halsdoekje, dat uit een zwart wollen kleed met wijde, korte mouwen te voorschijn kwam, een voorschoot van rood-en-groen geruit katoen, met een groenen band om het lijf gebonden, en met een dergelijk borststuk, dat boven aan de punten met twee spelden was vastgehecht, plompe schoenen en gele kousen, zooals de vrouwen te Marseille dragen. De japon van mejuffrouw Baptistine was gemaakt naar de mode van 1806: kort lijf, engen rok, mouwen met opslagen en knoopen. Haar grijs haar was onder een gekruld naturelletje,
Zij droegen de kilt, het korte rokje, geruit in de kleuren der clan, de muts met wapperende veeren, de plaid in heldere kleuren, met een gesp op den rechter schouder vastgehecht, en toen ik ze daar zoo kalm en ernstig zag loopen, meende ik, dat de tonen der bekende instrumenten in hun ziel de vriendelijke herinnering wakker riepen aan hun ver vaderland, en hun intieme, innige gewaarwordingen gaf.
Maar nu daalden de kraaien neer, en op eens merkte hij, dat de groote mat onder hem de aarde was, bekleed met groene dennenbosschen en bruin, kaal loofhout, en dat de scheuren en gaten de blanke plassen en meertjes waren. Hij herinnerde zich hoe hij, toen hij voor 't eerst hoog in de lucht geweest was, had gevonden, dat de aarde in Skaane er uit zag als een geruit stuk goed.
De voorname, aanzienlijke wijk is eene warreling van nauwe bochtige stegen, met witte huizen en met kalk bepleisterde straten; in de wijk der Banyans is het eene opeenvolging van smalle, diepe, duistere winkels, aan bedsteden gelijk: op den voorgrond eenige bronskleurige mannen met roode tulbanden, en daarachter stapels van gemeene katoenen stoffen: wit katoen, ongebleekt katoen, geruit, gestreept, gebloemd katoen, katoen zonder einde; dan planken, zwoegende onder zware olifantstanden; donkere hoeken, waar ge, in de schemering, hoopen ruwe katoen, aardewerk, spijkers, gereedschappen en allerlei andere artikelen, in bonte wanorde door elkander, ontdekt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek