United States or French Southern Territories ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij wilde den strijd van zijn voorvaderen weer opnemen, hoe hopeloos die ook scheen. En werkelijk kwam eenmaal de dag, dat Sigurd naar huis terugkeerde, en 't werk begon. Hij richtte het zoo in, dat hij 's winters naar Skaane trok, als dorscher, en in 't voorjaar kwam hij weer thuis met zooveel levensmiddelen, dat hij op Brendane kon blijven tot den herfst.

In Skaane hadden ze zich nergens kunnen staande houden dan op het huis Glimmingen. Het oude steenen huis had zulke vaste muren, en er waren zoo weinig rattengangen daar door heen, dat het den zwarten ratten gelukt was het te behouden en den grijzen ratten te beletten er binnen te dringen.

"Dat is iets, waar ik niet aan heb gedacht," zei Akka, toen ze weer tot bezinning was gekomen. "Maar vóór je besluit met ons meê te gaan, is het 't beste, dat we luisteren naar wat Gorgo te vertellen heeft. Je moet weten, dat hij naar je huis in Skaane zou gaan, om daar betere voorwaarden voor je te bewerken." "Ja, dat is waar," zei Gorgo. "Maar, zooals ik u al zei, het is me niet meegeloopen.

Hij riep hoera! zóó hard, dat het een wonder was, dat niemand in de huizen hem hoorde. Maar dat deed niemand, en hij liep, zoo hard zijn beenen hem dragen konden, terug naar de wilde ganzen in het natte moeras. Noch de wilde ganzen, noch Smirre had gedacht, dat ze elkaar ooit weer zouden ontmoeten, nadat ze uit Skaane waren heengegaan.

Hij wist niet recht, waar in de wereld hij toch was, of het in Skaane, in Smaland was. Maar vlak voor hij in het moeras gekomen was, had hij een groot dorp gezien, en daar ging hij nu op af. Het duurde ook niet lang, eer hij den weg vond, en al gauw was hij in de dorpsstraat, die lang en met boomen beplant was, en waar aan beide zijden hoeven lagen.

Toen waren alle menschen van Skaane, de Laplanders, de Dalecarliërs, de arbeiders van de gebouwen en de tuinbazen gekomen, om hem goeden dag te zeggen, en hij had geen tijd meer gehad om den blauwen schotel te halen. De tijd van vertrekken was gekomen, en eindelijk had hij geen anderen uitweg gezien, dan een jongen Laplander om hulp te vragen.

De jongen zou graag willen weten, of ze er nog waren. Wat zouden ze wel zeggen, als ze wisten, dat hij zoo hoog over hun hoofden heen vloog? Toen verloren ze Jordberga uit het oog, en vlogen over dalen en meren en kloosters en bergen. De jongen zag meer van Skaane op dien eenen dag, dan hij ooit in zijn heele leven gezien had.

De wilde ganzen waren neergedaald op akkers, die daar even uitgestrekt en goed bewerkt waren als in Skaane, en toen hoorde hij hoe een Hallander aan een man uit Skaane de volgende geschiedenis vertelde, waaruit hij zou kunnen zien met hoeveel moeilijkheden de Hallanders te strijden hadden, eer zij hun land tot een welgesteld land hadden kunnen maken.

"'t Schijnt wel, of we nu stil weer zullen krijgen," zei ze, "en ik denk, dat we morgen over de Oostzee zullen vliegen." "Zoo," zei de jongen kortaf, want de keel snoerde hem samen, zoodat hij niet spreken kon. Hij had toch nog gehoopt, dat hij uit zijn betoovering zou verlost worden, terwijl hij op Skaane was.

En opdat alle vossen in Skaane weten zouden, dat Smirre daar vogelvrij was, beet de oudste vos hem de punt van zijn rechteroor af. Zoodra dat gebeurd was, begonnen alle jonge vossen te huilen van bloeddorst en wierpen zich op Smirre. Voor hem bleef niets anders over dan te vluchten, en met alle jonge vossen achter zich aan holde hij weg van den Kullaberg.