United States or Guatemala ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het voedsel van het Korhoen verschilt aanmerkelijk van dat van 't Auerhoen; het bestaat altijd uit malschere stoffen, n.l. uit boomknoppen, katjes, bladen, bessen, zaden en Insecten.

Hoewel zijne vleugels kort zijn, vliegt het toch zeer goed, rechtuit, met buitengewoon snelle vleugelslagen en dikwijls over groote afstanden in één vlucht. Voor deze beweging heeft het zich, naar het schijnt, minder in te spannen dan het Auerhoen, het maakt met de vleugels een minder sterk ruischend geluid. Het heeft zeer scherpe zintuigen.

Het verbreidingsgebied van het Korhoen komt ongeveer overeen met dat van het Auerhoen, het strekt zich echter zuidwaarts niet zoo ver en noordwaarts iets verder uit. In Duitschland wordt het waarschijnlijk nog in alle staten en provinciën aangetroffen, niet overal echter, maar alleen in de voor zijn levenswijze geschikte wouden van de vlakten en van het hooge gebergte.

In Nederland zoowel als in Duitschland is het Korhoen standvogel, hoewel misschien niet in de strengste beteekenis van het woord; in de hooge bergstreken en het noorden onderneemt het op bepaalde tijden van 't jaar zwerftochten. Het Korhoen, hoewel ook nog plomp, is toch in al zijne bewegingen behendiger dan het Auerhoen, o.a. kan het sneller loopen.

Hierbij valt echter op te merken, dat het Auerhoen gedurende strenge winters soms weken achtereen in de boomen verblijf houdt, zonder op den grond af te dalen; hierdoor kan de waarnemer licht op een dwaalspoor gebracht worden en meenen, dat het wild een andere standplaats heeft opgezocht.

In gewone omstandigheden is het Auerhoen over dag op den bodem te vinden; het geeft de voorkeur aan plaatsen, die aan de eerste stralen van de morgenzon zijn blootgesteld, waar kleine, open plekken, die de gelegenheid aanbieden om te grazen, afwisselen met terreinen, begroeid met laag houtgewas, boschbessen, braambessen en heidestruiken, en waar ook helder water in de nabijheid voorkomt.

Het grootste en edelste van alle Ruigpoothoenderen is het Auerhoen, de Capercailzie der Schotten, de Cock-of-the-woods der Engelschen (Tetrao urogallus). Weinige op den grond levende Europeesche Vogels overtreffen het in grootte; het is een sieraad van het woud, het begeerlijkste doelwit van den jager. Het is een vertegenwoordiger van het geslacht der Boschhoenderen (Tetrao), welker overigens naakte teenen langs de zijranden bezet zijn met op franje gelijkende, smalle en puntige schubjes, die men als onontwikkelde veeren beschouwt. De kruin en de keel zijn zwartachtig; de hals is donker aschgrauw, van achteren zwart, van voren zwartachtig aschgrauw gesprenkeld; de rug is op zwartachtigen grond fijn aschgrauw en roestbruin bepoederd, het bovenste deel van den vleugel zwartbruin, sterk roestbruin gesprenkeld; de staartveeren zijn zwart met een gering aantal witte vlekken; de borst is glanzig metaalachtig groen, de overige onderdeelen zijn met zwarte en witte vlekken geteekend, die vooral op den stuit dicht bijeenstaan. Het oog is bruin; de naakte wenkbrauwstreep daarboven bevat een eigenaardige kleurstof; zij is, evenals de naakte, met wratten bezette plek er omheen, lakrood, de snavel hoornwit. De haan is niet veel kleiner dan een Kalkoen: totale lengte 100

Het voedsel van het Auerhoen bestaat uit boomknoppen, bladen of naalden, klaver en gras, boschbessen, zaden en Insecten. De haan gebruikt grover voedsel dan de hen en de jongen.

In het midden van Mei maakt het Korhoen toebereidselen voor het broeden. Het nest is, evenals dat van het Auerhoen, eenvoudig een ondiep uitgeholde, hoogstens met eenig nestmateriaal bekleede holte, die op een veilige plaats tusschen hoog gras, onder kleine struiken of zoo iets gelegen is. Het nest bestaat uit 7

In het laatst van den herfst ondergaat de samenstelling van het gezin verandering: alleen de jonge wijfjes blijven bij de moeder; de jonge hanen zwerven gemeenschappelijk rond, laten af en toe hun stem hooren, vechten soms met elkander en beginnen in de volgende lente de levenswijze van hun vader. Het Auerhoen heeft behalve den Vos en den Havik nog vele andere vijanden.