United States or Réunion ? Vote for the TOP Country of the Week !


Deze heeft van ter zijde gezien een driehoekige gedaante, is aan den wortel even hoog als de kop, zijdelings buitengewoon sterk samengedrukt, van achteren begrensd door een lijstvormig gezwollen huid, die zich ook over den mondhoek voortzet, verder naar voren met verscheidene dwarse groeven voorzien, niet bijzonder spits, maar met zeer scherpe zijranden.

Hun snavel is zeer forsch, dik, zijdelings samengedrukt, aan de zijranden boogvormig uitgesneden, de smalle rug van den bovensnavel afgerond, in een lange spits eindigend en flauw haakvormig naar beneden gebogen; de ondersnavel die den bovensnavel in stevigheid overtreft, is op soortgelijke wijze als deze, maar in tegenovergestelde richting, n.l. bovenwaarts, gebogen en kruist hem dus, nu eens aan de linker, dan weer aan de rechterzijde.

Zij zijn ineengedrongen van gestalte, hebben een korten hals, een grooten en dikken kop, een korten, dikken, eenigszins gekromden, naar achteren breeden, aan den wortel van baardharen, aan de zijranden veelal van insnijdingen voorzienen snavel en een ruime mondopening.

De zijranden van hun tamelijk langen en flauw gebogen snavel zijn met fijne, tandvormige inkervingen voorzien. De pooten eindigen in tredvoeten en hebben een korten loop. De vleugels zijn tamelijk kort en afgerond; de staart is wigvormig.

Deze is middelmatig lang, zeer smal en hoog, heeft den rug boogvormig omhoog gekromd, en een uitstekenden kinhoek aan de onderkaak; de zijden van den bovensnavel zijn gegroefd, de gebogen zijranden zeer scherp; de spits van den bovensnavel is haakvormig, die van den ondersnavel eveneens benedenwaarts gekromd.

De top van den bovensnavel is recht, d. w. z. niet naar onderen gebogen, de onderkaak stomp afgeknot, de zijranden zijn uiterst fijn getand; de mondspleet reikt tot achter de oogen. Zij zijn beperkt tot de Groote Antillen.

Hun snavel is middelmatig lang, stevig, recht, aan den wortel eenigszins verbreed, nader bij de spits samengedrukt, met scherpe zijranden voorzien, de spits van de bovenkaak over die van de onderkaak heengebogen. De korte pooten hebben een zwakken loop en korte teenen.

Het oog is donkerbruin, de snavel donkerblauw, aan de zijranden lichter, de poot roodachtig geel. Deze Vogel bewoont Noord- en Middel-Europa en een groot deel van Azië, vooral Siberië. Bij ons houdt hij zich op aan boschkanten, in struiken en heggen, vooral in de nabijheid van slooten en ander water.

Het zijn diklijvige Muschvogels met betrekkelijk kleine, kort kegelvormigen en scherpen snavel; deze is aan den wortel dik, naar voren zijdelings samengedrukt; de bovensnavel is smaller dan de ondersnavel; de zijranden zijn sterk ingebogen; de onderkaak heeft van achteren een min of meer uitstekenden zijrand en deze is, evenals die van de bovenkaak, aan den mondhoek steil naar beneden gebogen; de bovenkaak heeft aan het gehemelte een beenigen knobbel, die in een uitholling van de onderkaak past.

De romp is slank, de hals kort, de kop middelmatig groot, de snavel kort, hoog en breed, aan den rugrand sterk gekromd, aan den onderrand een weinig benedenwaarts gebogen, langs de zijranden getand, d.i. met inkervingen voorzien; de vleugels zijn middelmatig lang en sterk afgerond: de vierde of vijfde handpen steekt voorbij de overige uit; de staart is tamelijk lang en afgerond; de pooten zijn dik en hebben een betrekkelijk langen loop met één achterteen en drie voorteenen, waarvan de buitenste een weinig zijwaarts bewogen kan worden.