Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
Gedurende de reis behouden de trekvogels een bepaalde rangorde; gewoonlijk zijn zij wigvormig gerangschikt of liever volgens twee rechte lijnen, die in schuinsche richting elkander naderen en van voren aan de spits ineenvloeien; de vlucht gelijkt dus op een ∧. Andere vliegen in reeksen; nog andere vormen, hoewel zij op een bepaalden afstand van elkander blijven een verwarden, aan de buitenzijde echter eenigszins afgeronden hoop.
Sterke draden straalden in een verticaal vlak uit een gemeenschappelijk middelpunt, waar het insect zijne standplaats had; maar slechts twee stralen waren door een symmetrisch mazennet verbonden, zoodat het web, instede van cirkelvormig zooals meestal het geval is, uit een wigvormig segment bestond. Alle webben waren gelijkvormig samengesteld.
Onze Vischotter en verscheidene van zijne verwanten komen op sommige plaatsen tijdelijk ook wel in de zee voor; één soort van de onderfamilie is echter geheel en al een zeebewoner. De Zeeotter of Kalan (Enhydris lutris), vertegenwoordiger van een afzonderlijk geslacht, vormt misschien een overgang van de Otters tot de Robben. De kop is wel is waar nog eenigszins afgeplat, maar toch rondachtiger dan bij de Zoetwater-Otters, de hals zeer kort en dik, de romp rolrond; de korte, dikke, samengedrukte staart loopt wigvormig uit en is dicht behaard. De voorpooten verschillen van die van den Rivierotter alleen door hunne korte teenen, die door een eeltachtige, van onderen naakte huid verbonden zijn en kleine, zwakke klauwen hebben. De achterste ledematen echter gelijken veel op vinnen, minstens evenveel als die van de Zeehonden, van welker achterste vinvoeten zij zich onderscheiden, doordat de teenen trapsgewijs van binnen naar buiten langer worden. In vele opzichten gelijken de achterpooten van den Zeeotter op die van den Bever, hoewel zij van boven en van onderen met korte, dichte, zijdeachtige haren bezet zijn. Het bovenhaar bestaat uit lange, stijve, zwartbruine haren met witte spitsen, waardoor de zwartbruine vacht van het dier wit gesprenkeld is. Bovendien zijn er uiterst fijne wolharen. De jonge dieren hebben een lange, grove, witte of bruinachtig grijze beharing, die de fijne bruine wol volkomen bedekt. Volwassen Zeeotters bereiken een totale lengte van minstens 1.5 M., waarvan ongeveer 30 cM. op den staart komen, en een gewicht van 30
Zijn snavel is langer dan de kop; de loop evenaart in lengte de middelste voorteen zonder den nagel; het onderbeen is boven het spronggewricht slechts zeer weinig naakt; de loop en het achterste deel van den snavel zijn geel; de staart is wigvormig.
De snavel is zoo lang als de kop of iets langer, van den wortel tot bij het midden zacht, aan de spits hoornachtig; de voet is verschillend van maaksel, soms hoog en dun, soms kort en krachtig, bij de meeste vier-, bij enkele drieteenig; de buitenste en de middelste voorteen zijn door een spanvlies verbonden; de vleugels zijn lang en smal, hun spits wordt door de eerste handpen gevormd; de uit 12 pennen samengestelde staart is kort, afgerond, trapvormig of wigvormig.
De snavel is kort of middelmatig lang, zwak, priemvormig, zijdelings samengedrukt en langs den rug gebogen; de voeten zijn middelmatig lang, tamelijk zwak en kort van teenen, de vleugels kort, afgerond en gewelfd; de vierde of de vijfde handpen is de langste; de staart is zeer kort, wigvormig of afgerond.
De hoektanden van de bovenkaak zijn bij het mannetje buitengewoon lang, dun en spits, aan de voorzijde afgerond, zijdelings samengedrukt en aan de achterzijde stomp wigvormig. Zij zijn bovenwaarts en tevens achterwaarts gericht, zoodat zij op lateren leeftijd soms in de voorhoofdshuid doordringen.
De zijranden van hun tamelijk langen en flauw gebogen snavel zijn met fijne, tandvormige inkervingen voorzien. De pooten eindigen in tredvoeten en hebben een korten loop. De vleugels zijn tamelijk kort en afgerond; de staart is wigvormig.
Voor lengtematen heeft men den voet, den elleboog, de schrede genomen, voor dieptemetingen den vadem; al die afmetingen zijn aan het menschelijke lichaam ontleend. In het wigvormig schrift der Chaldeën worden de getallen eenvoudig voorgesteld door gaten.
Zij gelijken op elkander door den eerder gedrongen, dan slanken romp, den korten hals en den middelmatig grooten kop; hun snavel is middelmatig lang en zijdelings min of meer samengedrukt, de zijranden en de spits zijn scherp, de beide kaken recht of de bovenste gekromd, de onderste met duidelijken kinhoek; bij uitzondering is de eene langer dan de andere; de neusgaten zijn spleetvormig, de drie voorteenen door zwemvliezen verbonden, de vleugels lang en spits; de staart is middelmatig lang, recht afgesneden of gaffelvormig, bij uitzondering ook wel wigvormig; het vederenkleed is dicht en zacht en vertoont weinig verscheidenheid van kleur.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek