Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


Deze slank gebouwde Marterachtige dieren zijn gekenmerkt door den tamelijk dikken, van achteren verbreden kop, die bij het begin van den snuit slechts weinig ingedeukt is, de korte, afgeronde ooren en de betrekkelijk groote oogen; de romp rust op korte pooten, welker matig groote voeten vijf door spanvliezen vereenigde teenen dragen en naakte, eeltachtige zolen hebben; de staart is middelmatig of tamelijk lang; het haarkleed kort; het gebit vertoont belangrijke afwijkingen van dat der overige Marters.

De pooten zijn in den regel zwak en hebben een zeer korten loop; deze is aan de achterzijde met een eeltachtige massa bedekt, aan de voorzijde meestal met korte schilden bekleed, het bovenste deel is dikwijls met korte veertjes begroeid, maar soms geheel naakt. Bij alle soorten van één der onderfamiliën draagt de lange middelteen een langen nagel, die aan de binnenzijde gezwollen en getand is.

Onze Vischotter en verscheidene van zijne verwanten komen op sommige plaatsen tijdelijk ook wel in de zee voor; één soort van de onderfamilie is echter geheel en al een zeebewoner. De Zeeotter of Kalan (Enhydris lutris), vertegenwoordiger van een afzonderlijk geslacht, vormt misschien een overgang van de Otters tot de Robben. De kop is wel is waar nog eenigszins afgeplat, maar toch rondachtiger dan bij de Zoetwater-Otters, de hals zeer kort en dik, de romp rolrond; de korte, dikke, samengedrukte staart loopt wigvormig uit en is dicht behaard. De voorpooten verschillen van die van den Rivierotter alleen door hunne korte teenen, die door een eeltachtige, van onderen naakte huid verbonden zijn en kleine, zwakke klauwen hebben. De achterste ledematen echter gelijken veel op vinnen, minstens evenveel als die van de Zeehonden, van welker achterste vinvoeten zij zich onderscheiden, doordat de teenen trapsgewijs van binnen naar buiten langer worden. In vele opzichten gelijken de achterpooten van den Zeeotter op die van den Bever, hoewel zij van boven en van onderen met korte, dichte, zijdeachtige haren bezet zijn. Het bovenhaar bestaat uit lange, stijve, zwartbruine haren met witte spitsen, waardoor de zwartbruine vacht van het dier wit gesprenkeld is. Bovendien zijn er uiterst fijne wolharen. De jonge dieren hebben een lange, grove, witte of bruinachtig grijze beharing, die de fijne bruine wol volkomen bedekt. Volwassen Zeeotters bereiken een totale lengte van minstens 1.5 M., waarvan ongeveer 30 cM. op den staart komen, en een gewicht van 30

Woord Van De Dag

zingenden

Anderen Op Zoek