United States or Caribbean Netherlands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Brachionus? Vorticella. Hebben rondom den mond straalsgewijze voelarmen en zijn bevestigd op een polypenstok, die niet in het water zweeft. Stok vliezig of hoornachtig, zonder duidelijke schors . Cellepora. Stok met een hoornachtige as, door schors bedekt. Acetabulum. Corallina. Stok met geheel of gedeeltelijk versteende as en bedekt door een schorsachtige korst.

Soms drukte hij die zuignappen tegen het glas en veroorzaakte daardoor een kleine luchtleegte. De bek van dit monster was zoo hard als hoorn, en opende en sloot zich in vertikale richting. De tong, hoornachtig en met eenige rijen tanden gewapend, kwam trillend van tusschen deze nijptang te voorschijn. Welk een speling der natuur, een weekdier met een vogelbek!

Het vederenkleed is uit lange en zachte veeren samengesteld, aan de bovenzijde schorskleurig, van onderen witachtig. De tong is hoornachtig, aan de randen scherp, lang en smal, aan de spits eenigszins uitgevezeld, van achteren getand; zij kan niet ver uitgestoken worden. De zangspieren zijn zeer zwak ontwikkeld.

Zij onderscheidt zich door de iets grootere lengte van den loop en de smalheid van de zool der teenen, waardoor de pooten beter voor het gaan op den grond geschikt zijn. De staart bestaat uit 12 pennen, is meestal recht afgesneden of afgerond, zelden zeer lang en trapvormig. De snavel is middelmatig lang, alleen aan de spits hoornachtig, aan den wortel echter zacht en met een washuid bedekt.

Wijl nu de mantel onbruikbaar was als steunpunt voor de armspieren, moesten die in de huid dezer armen gezocht worden. Die huid is dan ook taai en hoornachtig, als bij de insecten en schaaldieren. Langgerekte, geringde dieren, zonder gelede pooten, ademend door kieuwen, in het bezit van een bloedvaatstelsel en overlangsche zenuwknoopenstreng.

Bij de Snippen is de kop zijdelings samengedrukt, het voorhoofd lang en hoog, de snavel recht, langer dan het onbevederde deel van den poot, twee- of driemaal zoolang als de kop, nagenoeg geheel met een zachte huid bekleed, alleen langs den rand van de eenigszins verdikte bovensnavelspits hoornachtig; deze spits omsluit die van den ondersnavel, daar zij niet slechts langer dan deze, maar ook een weinig benedenwaarts gebogen is.

Even karakteristiek als het uitwendig voorkomen is het inwendig maaksel van deze Vogels. Vooral de tong heeft een merkwaardigen vorm. Zij is smal, hoornachtig, zeer langwerpig en aan iedere zijde met 5 of 6 korte, stijve stekels of borstels bezet, die op de weerhaken aan een pijlpunt gelijken.

Vermeldenswaardig is de aanwezigheid van een "washuid", d.i. van een onbevederd, maar toch niet hoornachtig, door den naam voldoende gekarakteriseerd gedeelte, dat als een zadel op den wortel van den bovensnavel ligt en, behalve bij de Papegaaien, alleen nog bij de Dagroofvogels en de Uilen voorkomt.

Eigenaardig is de vorm van zijn tong; deze is tamelijk lang, vleezig, rolvormig, aan de bovenzijde uitgehold en van voren afgeplat, donkerrood, aan de spits hoornachtig en hier als 't ware met een zwart pantser bedekt; zij kan tamelijk ver buiten den snavel uitgestoken en als een lepel gebruikt worden; het met den snavel fijngemaakte voedsel wordt er er mede opgenomen en naar den slokdarm vervoerd.

|IVen GRAAD: Zenuwen eindigende in hersenen of een ganglieketen; ademhaling met kieuwen; aders en slagaders voor den bloedsomloop. Eierleggend met verlengd en geringd lichaam; geen gelede pooten; oogen bij uitzondering; ademhaling door kieuwen; een ganglieketen. Eierleggend met een mantel en gelede armen waarvan de huid hoornachtig is; geen oogen; ademhaling met kieuwen; een ganglieketen.